66 lang 1006 meter, en van Nieuw-Strijenbevattende 1081 me ter, dan bedraagt de lengte der zeedijken van het waterschap 2511 meter. De dijk der oude watering is een stuk van den in de jaren 1555/57 gelegden binnendijk, die sedert het ver loren gaan van den Loohoek in 1671, door de zee is bespoeld. Reeds vroeg werd het beneden beloop van deze 5,25 meter boven A_. P. opgevoerde waterkeering met kunstwerken verde digd; thans is het met rijsbeslag en steenglooijing bekleed, terwijl daar boven veelal ook nog eenige bekramming wordt aan- gebragt. De overige dijkvakken zijn op het waterbeloop of met rijsbeslag of met steenglooijing voorzien. Hebben wij tot hiertoe ons hoofdzakelijk bezig gehouden met de geschiedenis en de lotgevallen van het dijkwezen dei- oudste deelen van het waterschap ons rest nu nog een over- zigt van de suatiede grootte en de wegen der polders om ten slotte te eindigen met een kort berigtomtrent de inrig- ting van het vroegere en tegenwoordige bestuur. Hoe het in overoude tijden toen deze gronden nog korte lings aan de zee waren ontwoekerd, met de waterlossing ge schapen stond weten wij natuurlijk niet. Noch oude charters noch andere geschreven bronnen verschaffen ons daaromtrent eenig lichtdoch afgaande op de lage ligginginzonderheid van de noordelijk gelegen strook gronds en op de gebrek kige wijze van afvoering van het hemelwatertoen de sluizen en watermolens nog hoogst eenvoudig waren ingerigtof zelfs de eerste geheel ontbrakenkunnen wij het er gerust voor houdendat een belangrijk gedeelte der binnendijks gebragte gronden schier wel voortdurend onder water zal hebben ge staan. Ook nog lang daarna zal de afloop van het water hoogst gebrekkig zijn geweestdaar de sluizen ook van lateren tijd in den regel nog te hoog lagen en de kanalen waarmede het water moest worden aangevoerdvan veel te beperkte afmetingen waren. Behalve deze zeker niet ligt te achten gebrekenmoest het binnenwater eener zoo uitgestrekte

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 76