70 opgenomen en in den interest daarvan moest ook door de pol ders Broek en Rooland jaarlijks met 6 A Vlaamsch of f 0,15 per gemetbij wijze van //recognitie"'' worden bijgedragen x). Door het stichten van den watermolen had de dijkage, ten opzigte van hare suatie nu wel veel gewonnen doch van duur was de verbetering ook nu weder niet. Reeds in het begin dezer eeuw leed de sluiskil door welke het opgemalen water moest afgevoerd worden, weder zeer aan verlanding, en de verebbing der sluis nam eindelijk dermate toedat met den watermolen schier niets meer kon worden uitgevoerd. Dezelfde tooneelen van vroegertraden terugalle lage gedeelten vloeiden in den winter onder wateren bij aanhoudend regenachtig we der voer men met booten van den Paasdijkschen weg tot aan den Noorddijk ongehinderd over de uitgestrekte weihoeken heen. Het bestuur was onder dusdanige omstandigheden weder op middelen bedachtmaar hoe wasna al het beproefde nu in dezen treurigen staat van zaken nog verbetering mogelijk Lang werd daarom over de aan te wenden middelen tot ver betering nagedachten nu de zaak van dezendan van den anderen kant bezien. Eindelijk stelde het dijksbestuur aan de vergadering van ingelanden voor eene nieuwe zeesluis te bouwen in den dijk van den Klaas van Steelandpolder. Door deze toch meende menkon de watermolen geheel worden ge mist doch de meerderheid der geïnterresseerdenzag tegen de daarvoor te maken kosten opwaardoor het voorstel dan ook niet tot uitvoering kwam. Nog zes jaar bleef de gebrekkige uitwatering bestaan tot groot nadeel der grondeigenarenin 1849 werd echter door ingelanden aan 't verlangen van het bestuur toegegeven tot het bouwen der voorgestelde sluis en tot het buiten dienst stellen of sloopen van den watermolen. Aanvankelijk werd voor het nieuwe middel tot uitwatering een kapitaal opgenomen van f 32,000; doch de uitgavenzoo voor Archief der polders van Poortvliet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 80