73
In het begin dezer eeuw werd 4550 gemeten 229 roeden voor
de oppervlakte des polders opgegeven, en thans omvat Poort
vliet met Malland 1634,7810 hectarenPriestermeet 136,8550
hectaren en Bartelmeet 55.4258 hectaren of de geheele oude
watering 1827,0618 hectaren schotbaren grond.
Voor de oppervlakte waarnaar de bijdrage aan het calami-
teuse waterschap Scherpenisse wordt berekendvindt men
1699,4932 hectaren vermeld 1).
De bodem van de oude watering is niet overal even kleihou-
dend. In het zuidelijke deeltusschen den zeedijk en den
Beugkensdijk bestaat hij over de geheele breedte uit min of
meer zware kleiook in het gedeelte over dien dijk tot aan
den Bitterhoekschen- en Biezen weg is dit nog het gevalmaar
in de zoogenaamde weihoeken is hij minder zwaarbevat daar
roodoorn en in den ondergrond ook oer.
De grond daalt van het zuiden naar het noorden langzaam
af, en in de weihoeken, waar hij het laagst is, is hij zelfs
voor bebouwing ongeschikt.
Uit deze ligging der gronden blijkt, dat de aanslibbing ook
hier in de rigting van het zuiden naar het noorden heeft plaats
gehaden tevensdat de meest zuidelijk gelegen kleilanden
door de Scheldede Striene en de Zoutee zijn afgezet. In
het noorden waren vóór of tijdens de inpoldering nog weinig
of geene slibaanvoerende wateren aanwezigen vandaar ook de
lage en weinig kleihoudende gesteldheid van den grond.
In den polder Priestermeet verschilt de grond luttel van dien
in het noordelijke gedeelte der oude wateringook hier is de
bodem laagen moet uit dien hoofde ook voor een groot ge
deelte alleen als weiland worden gebruikt. Het land in Bar
telmeet bestaat uit meer vruchtbaren zavelgrond en is vol
doende hoog.
Van de overige poldersdeel uitmakende van dit waterschap
bestaan de bodems uit zware zeeklei.
Verslag van den toestand der provincie over 1872.