77
Romerswaal." Misschien behoorde de op de gronden druk
kende cijns of de erfpacht, ook nog tot de inkomsten van het
ambachtdoch daarvan is in oude rekeningen niets gebleken.
Daar nu bij het prijsgeven van den polderde watering
van Poortvliet groot nadeel stond te lijdenbesloten hare inge
landen die ongelukkige bedijking met de heerlijkheid Nieuw-
Strijen aan te koopenen deze voor altoos met hunne dijkage
te vereenigen 1). Daar ook de polder Schakerloo groot belang
had bij het voortbestaan van Nieuw-Strijen wendde het dijks-
bestuur van Poortvliet zich ook tot dat van Schakerloo met
verzoekom in de te maken kosten tot verbetering van den
aangekochten polder bij te dragen. Ingelanden van Schakerloo
konden evenwel niet besluiteniets voor den Strijenschen dijk
af te zonderen hoezeer hun belang daarbij dan ook betrokken
was. Zij hadden te veel met hunne eigene gronden te doenom
deze boven water te houdenwant ook de dijkenwaarmede hun
polder lag omsloten leden te dien tijde grooten nood. Doch
niettegenstaande de weigering tot medewerkingkwamen de 1100-
dige verbeteringen toch tot stand. De gebeele zeewering werd
verzwaard en het door den dagelijkschen vloed bespoelde be
loop reeds in 1582 met rijsbeslag bekleedwaartoe de steen
van de gebroken dijken van Woensdrecht en van de verdronken
polders van Zuid-Beveland werd aangevoerd 2).
Gedurende eenigen tijd werden de goederen van het aange
kochte ambacht ten bate der watering verpachtlater greep
daarvan verkooping plaats, doch in 1780 verkreeg het water
schap den zeedijk in twee partijen terug tegen eene erfpacht
van 2 13 fi 4 Ylaamsch of van 16 voor elk deel 3).
Deze overneming had plaats met het doel om de waterkeering
naar verkiezing te kunnen beweiden want in den laatsten tijd
was het bestuur zelf genoodzaakt geweesttot voorkoming van
Archief der polders van Poortvliet.
Ibid.
3) Ibid.