78 beschadigingde dijken te pachtenom ze daarna op meer voordeelige //conditiën" voor de watering, weder te herver- pachten J), Sinds de polder deel uitmaakt van het waterschap Poortvliet is hij niet meer door bijzondere onheilen getroffen; zijne zee weringen waren steeds in goeden staaten door de werking van den stroom is aan deze gronden nooit groot nadeel toe- gebragt. De zeedijk, lang 1081 meter, is vau het gehucht Strijenham tot aan den dijk van den polder Sehakerlooeen in 1531 gelegde inlaagdijkalleen het eerste vak van den Klaas van Steelandpolder tot bij de haven, is nog een stuk van de oude waterkeering. Bij een voldoend profil heeft de geheele dijk eene hoogte van 5.20 meter boven A. P. en zijn waterbeloop is met rijsbeslag verdedigd. Daar dus nopens het dijkwezen niets meer te vermelden valt zoo kan ook hier worden overgegaan tot 's polders waterlossing, eene zaak wier eerste geschiedenis echter ook geheel in 't duister ligt. Het is evenwel vrij zekerdat de uitwatering ten allen tijde heeft plaats gehad door eene zeesluis, die thans bij den havendam, maar vóór 1530 iets meer oostelijk gelegen was. Tot openhouding der lange sluiskil was buitendijks een spuiboezem aangebragtmaar ondanks de daarmede bewerkte spuijing leed deze geul toch vaak aan verzanding, tengevolge waarvan nu en dan ook last van het binnenwater ontstond. Een tijd lang moest zelfs met eeuen zoogenaamden molde geul bij afwis seling worden uitgedieptom het water tot op het vereischte peil te doen loozen. De oudste sluiswerkenwaarvan eenigzins uitvoerig melding wordt gemaakt, dagteekenen van 1615, als wanneer eene ge heele vernieuwing plaats greep. Voor deze sluis, dieteTholen was pasklaar gemaaktwerd een extradijkgesc'not van 1 fi Archief der polders vau Poortvliet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 88