Klaas van Steelandpolder. Dit poldertje zeker eene dei- kleinste bedijkingen van dit eilandis tegen de watering van Scherpenisse en Poortvliet aangewonnen. Het ligt alzoo ge deeltelijk in de monding der voormalige Striene die hier met eene betrekkelijk groote breedte in de Schelde viel. 83 was den vloed te keeren voor het geval die weder in den Pluirn- pot naar binnen drong. Het gevolg hiervan wasdat ook deze polder in 1682 1808 en 1825 toen het oude vaarwater waar langs hij was bedijkttelkens weder in eene bare zee was herschapenook in die overstroomingen zoo ruimschoots deelde. Hoewel te vermoeden, blijkt toch niet, dat deze bedijking ooit eene eigene zeesluis heeft gehad. Reeds in 1580 toch wa terde zij uit en op den polder Poortvlietdoor eenen steenen duiker in den Mallandscheu dijkter plaatsewaar die thans nog wordt aangetroffen. Voor de waterlossing wordt jaarlijks f 18 aan de dijkage van Poortvliet betaald, hebbende de Smaalzij- polder bovendien de instandhouding en het onderhoud van den genoemden duiker tot zijnen last. Tot lang in de 17e eeuw behoorde deze polder nog slechts aan twee personen toe; hij was toen 103 gemeten 11 roeden groot 1). Eindelijk verkreeg hij meer ingelanden en nam ook zijne oppervlakte door het slechten van zijnen dijk met bijna 5 gemeten toe. Zijne tegenwoordige grootte bedraagt 42.4-100 hectaren. De tijd, waarin de bedijking heeft plaats gegrepen, is niet bekenddoch het blijktdat deze kleine polder reeds vóór 1285 bestond 2). In 1327 was hij onder den naam van //Jan Als eigenaren worden te dien tijde vermeld B. Vermuijen en Lieven van Cats. 2) Mr. L. Ph. van den Bergii, Oorkondenboek van Boll, en Zeel., d. II, pag. 253.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 93