85 benoocligden steen zonde verstrekken x). Men verzocht dat jaar lijks drie scheepsladingen steen zouden worden geleverd en dat dit zoolang zou worden herhaaldtot al de nieuw aan te leggen werken zouden zijn bezet. Bij weigering gaf men voor den polder te zullen verlatenin welk geval de watering van Poort vliet met het voortdurend onderhoud van eene eigene zeewering tegenover deze gronden zou worden bezwaard. Het is niet geblekendat het verzoek van ingelanden is ingewilligddoch ondanks de weigering bleef de polder bestaan en bij het zelfde waterschap in beheer. Maar in 1645 toen de watering van Scherpenisse en Westkerke, tengevolge van eene door braak in zoo hagchelijke omstandigheden verkeerdekon die dijkage niet langer in zijn onderhoud voorzien. Het waterschap Poortvliet nam hem dan ook voor altijd vrijwillig over alleen werden zijne zeeweringen uit de gemeenschappelijk bijeenge- bragte fondsen van dat jaar en onder 't beheer der beide aanliggende dijkages, nog verbeterd 2). Tengevolge van de overneming des poldersvalt zijne verdere geschiedenis van het dijkwezen ook geheel te zamen met die van het waterschap, waartoe hij thans behoort. Wij zouden dus hier onze beschrijving kunnen eindigen ware het nietdat ook ten opzigte van zijne waterlossing en zijn beheer nog een en ander te vermelden viel. De Klaas van Steelandpolder waterde oudtijds kosteloos op den polder Poortvliet uit 3). Blijkens het aan den voet dezes vermelde charter van 1327 was dit niet altijd met genoegen van de grondeigenaren dier watering welker schepenen zich dan ook eindelijk bij graaf Willem beklaagden over de ontvangst van het polderwaterzonder daarvoor iets tot instandhouding van watergangen en sluizen werd bijgedragen. Men vond het goed Archief der polders van Poortvliet en Scherpenisse. 2) Ihid. 3) F. vak Mieris, Groot charterboek, deel II, folio 424.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 95