87 terlossing was van korten duur. Spoedig toch bleekdat met de gemaakte zeesluis schier geen water kon worden afgevoerd waarom in 1695 dan ook weder een nieuwe duiker in den binnendijk tegenover Nieuw-Strijen werd gebouwd Langs dezen weg is het polderwater later altijd afgevoerd tot in 1849 toen door het bouwen eener zeesluisen nu met beter gevolg andermaal eene regtstreeksche uitloozing op de Ooster-Schelde werd verkregen. De grootte van het poldertje bedroeg oudtijds nagenoeg 54 gemeten. In 1647 is bijna 5 gemeten voor het verzwaren van den Poortvlietschen dijk afgeroofdtengevolge waarvan de schot- bare oppervlakte werd verminderd tot op ruim 49 gemeten 2). In de overloopersder watering van Poortvliet komt voor de grootte van het Steeland in die tijden maar 41 gemeten 176 roeden voor; omdat de in der tijd vergraven oppervlakte van 7 gemeten 160 roeden voor het leggen en verbeteren van den binnendijk na de overneming des polders niet meer als schot- bare gronden werden aangemerkt. Zoolang evenwel de' polder deel uitmaakte van de watering van Scherpenisse en West- kerkewas ook van deze gronden dijkgeschot betaald. Thans beslaat de polder eene oppervlakte van 22.2868 hectaren met inbegrip van de afgeroofde gronden of karrevelden langs den zee- en binnendijk. Zonder deze bedraagt de schotbare grootte slechts 15,8200 hectaren. Pluiinpotpolder. Hebben wij tot hiertoe reeds twee pol ders in den voormaligen Pluimpot tot stand zien komen, waar door die stroom merkelijk vernaauwdethans is reeds de be schrijving van dit water zelve als polder aan de beurt. In den aanvang der 16e eeuw liep in den Pluimpot, vooral op het noordelijke eind, nog een zwaar getijhetwelk zelfs de Archief der polders van Poortvliet. 2) Archief der polders van Scherpenisse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 97