23 22 den rijks waterstaat Zeelandte Middel den raad van state te ’s Gra- Mr. B. C. Can Zierikzee. bij de lste kamer 1875. van de 2de kamer der staten-gene- 1875. voor het geneeskundig 1876. aan het koninklijk athenaeum A. C. Broekmaneerstaanwezend ingenieur bij de staats spoorwegente ’s Hertogenbosch. 1875. Emile van den Bussche, rijks-archivariste Brugge. 1875. J. E. W. Conradhoofd-ingenieur van den rijks water staatte Haarlem. 1875. Gr. van Diesen hoofd-ingenieur van te Middelburg. 1875. Mr. E. Eokkergriffier der staten van burg. 1875. J. K. Erederiks, te Middelburg. 1875. A. J. H. Gerlachgepensioneerd kolonel der artilleriete s Gravenhage1875. J. J. van Kerkwijk, lid raai, te ’s Gravenhage. Dr. J. G. de Manconservator bij het rijks-museum van natuurlijke historie te Leiden. 1875. Br. B. E. Matthesafgevaardigde van het Nederlandsch bijbelgenootschap ter bijbelvertaling in het Makassaarsch en Boegineeschte Makassar. 1875. Mr. O. W. Star Numancommies-griffier der staten-generaalte ’s Gravenhage. C. Bitsema Cz., conservator bij het rijks-museum van na tuurlijke historie, te Leiden. 1875. Br. J. ten Brink, letterkundige, te ’s Gravenhage. 1876. Dr. A. W. Bronsveld, predikant der Nederlandsche her vormde gemeente te Haarlem. 1876. Mr. Th. E. Burgers, oud-president der Zuid-Afrikaansche republiek, Praetoria. 1876. lid der provinciale staten van Zeeland te 1876. Pésiré Belcroixchef de bureau aan het ministerie van binnenlandsche zaken, afdeeling schoone kunsten, belast met de belangen der Vlaamsche taal en letterkundete Brussel. 1876. Pr. J. B. Pompelingdoctor in de geneeskundete Utrecht. 1876. Pr. L. J. Egeling, inspecteur staatstoezicht, te ’s Gravenhage. Pr. Paul Eredericqleeraar te Gent. 1876. Mr. J. A. Eruinhoogleeraar in de rechtsgeleerdheidte Utrecht. 1876. Mr. M. Jacq. de Witt Hamerprocureurte Middelburg. 1876. Pr. C. J. Hansen stads-bibliothecaris te Antwerpen. 1876. H. G. Hartman Jz., gemeente-secretariste Goes. 1876. Jhr. I. E. H. Hooft van Iddekinge directeur van het ka binet van penningen en munten te ’s Gravenhage. 1876. Theod. Jorissen hoogleeraar in de letteren en wijsbegeerte te Amsterdam. 1876. W. Leendertz Wz., leeraar der doopsgezinde gemeente te Medemblik. 1876. Pr. P. Lubach, inspecteur voor het geneeskundig staats toezicht, te Kampen. 1876. A. Moenslid van de tweede kamer der staten-generaal en inspecteur van het lager onderwijs, te Utrecht. 1876. Pr. D. J. Steijn Parvéinspecteur van het middelbaar on derwijs, te Leiden, 1876. Pr. E. C. Winkler, conservator bij het Teijler’s genoot schap, te Haarlem, 1876. Mr. P. J. Bachiene, lid van venhage. 1877.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1879 | | pagina 14