43 42 Bestuur. en aan ven //In van het de aftredende bestuurs- gereedelijk aanleiding van sommigen te zeer gesloten kring. In menig opzicht en dan nieuwe elemen- hebben plaats gehadbedraagt het aantal der leden thans 280van wie er 35 te Middelburg zijn gevestigd. het vijfde deel In de wijze van samenstelling van het uitvoerend bestuur heeft de nieuwe wet van 1 Juni 1874, den 1 October daaraanvolgende ingevoerdeene niet onbelangrijke wijzi ging gebracht. Bij de tot dusver van kracht zijnde voorschriften was aangenomen een beurtelings afwisselend voorzitterschap met een aftredingstelsel van terstond weder herkiesbare leden. Die toestand bleek evenwel op den duur niet bevredigend. Het jaarlijks wisselend voorzitterschap was niet geschiktom den gang der werkzaamheden die vaste leiding te ge- welke deze naar veler meening behoefde. De geregelde herkiezingen van ledenwaartoe de reglementen zoo gaven, drukten er naar het gevoelen den stempel op van een kon het nuttig zijnindien er nu ten in werden opgenomen. Bij de nieuwe wet is dientengevolge het uitvoerend bestuur opgedragen aan een personeel waarvan twee derden bij aftreding niet dan na verloop van een jaar weder ver kiesbaar zijn. De voorzitter zal gedurende een tijdvak van vijf achtereenvolgende jaren in functie blijven. De secretaris en thesaurier zijn, na hunne aftreding, evenwel onmiddelijk herkiesbaar. Nauwelijks had die constitutionele wijziging haar beslag gekregen en waren de maatregelen genomen om haar ten uitvoer te brengenof er deden zich zwarigheden voor van bijzonderengeheel onverwachten aard. De heer mr. M. P. Lantsheeronder wiens leiding de hervormde regeling tot stand kwamen die voor het vijf jarig voorzitterschap de aangewezen persoon wasvertrok naar ’s-Gravenhagewegens zijne benoeming tot lid van den Hoogen Raad der Nederlanden. Mr. J. H. de Stoppelaar sedert 1863 secretaris van het genootschap en als zoodanig herbenoemd, verliet ons in de eerste dagen van 1875 om zitting te nemen in de internationale rechtbank te Cairo. Beide waren voor het genootschap zeer groote verliezente meer met het oog op de voorgenomen hervorming. Uit eene door eene commissie van vijf directeuren leden opgemaakte lijst van aanbeveling werden den 2 De cember 1874 behalve genoemde secretaris, gekozen als voor zitter de heer dr. A. A. Pokkerals bestuursleden de hee- ren K. R. PekelharingP. Nagtglas en dr. J. C. de Man en als thesaurier de heer mr. D. A. Berdenis van Berlekom. Na het vertrek van den heer mr. J. H. de Stoppelaar werd de betrekking van secretaris opgedragen aan den ver slaggever, mr. G. N. de Stoppelaar. Gedurende het vijfjarig tijdvak zijn achtereenvolgenster vervulling der wegens periodieke aftreding opengevallen plaatsen behalve de hiervoren genoemden ook als bestuurs leden opgetreden de heeren jhr. mr. G. L. Schorer, jhr. mr. D. G. van Teijlingen en J. J. L. Luti. De heer dr. A. A. Pokker, die als voorzitter met April 1879 had moeten aftreden, wasintusschen den 24 December overleden. Het genootschap verloor in hem iemanddie in verschillende betrekkingen en vooral als voorzittermet on verflauwde toewijding steeds de belangen van het genoot schap heeft bevorderd. Het zal voldoende zijn te verwijzen naar het door den heer dr. J. C. de Man bewerkte Memoriam,” opgenomen in Archief van het genootschap.” Nadat het bestuurslid J. J. L. Luti zich zoowel gedu rende de ziekte van den heer dr. Pokkerals na zijn overlijdentot de algemeene vergadering in April jl., met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1879 | | pagina 24