47
46
Over het
dit gedicht.
Voordracht van een drietal
bescheiden
het bezit was
dat jaar, toegelicht
van het genootschap
tiging van
1878.
Over de voedingsmiddelen van
over de melk.
Mr. W. G. Borsius. Over het rechtswezen
de aldaar ingevoerde gemengde rechtsspraak.
E. J. W. Koch. Over Moritz Retsch en zijne
n Lied von der Glockef met bezich-
zijner gedichten, getiteld: Vondel, Rembrandt en Kennis
verplicht, een lied des levens.
1879. Januari. P. H. van Moerkerken. Over Shellefs
leven en werkenin onderling verband beschouwd.
Eebruari. Jhr. mr. D. G. van Teijlingen.
oude tuchthuis te Middelburg.
Maart. J. H. L. Roozemeijer. Kamerling's zeven hoofd
zonden, met voordracht van eenige door den spreker in
dichtmaat overgebrachte gedeelten van
Ook in het thans afgeloopen vijfjarig tijdvak werden,
evenals vroeger, behalve deze lezingen, belangrijke rap
porten of verslagen uitgebracht en mededeelingen gedaan
zoo door de conservatoren der verschillende verzamelingen
als door anderenomtrent de ten geschenke ontvangen of
aangekochte voorwerpen.
Zoo vestigde de heer dr. J. C. de Man de aandacht der
vergadering op eenige beenderen van een mammouth, achter
eenvolgens gevonden vóór het strand bij Westkapelle. Niet
minder belangrijk waren zijne mededeelingen over een twee
tal schedels, opgevischt bij het verdronken Reimerswaal en
over een hoorn van Cervus elephas, opgegraven bij de
grondwerken voor het kanaal door Zuid-Bevelandvoorts
over een in de Schelde opgevischten hoorn van een jeug
digen Eland, die in den Mammouth’s tijd, en later in deze
streken moet geleefd hebben. Er is van dien hoorn eene
afbeelding in het Archief” geplaatstomdat de vorm eigen
aardig was en afwijkende van dien der hedendaagsche elanden
en omdat eene afbeelding van een zoo jeugdigen fossielen
Elandzoover bekend isin de wetenschap nog niet bestaat.
Verder besprak hij eene aan het genootschap ten geschenke
gegeven verzameling Indische slangen en daarenboven ver
schillende voorwerpen, afkomstig van de Congo-rivier.
De heer E. Nagtglas vestigde de aandacht op de merkwaardige
en zeldzaam zoo volledig als in ’s genootschaps bibliotheek voor
in de Middelburgsche couranten van
door eenige in de Zelandia illustrata”
aanwezige, zeldzame afbeeldingen.
Maart. Dr. G. van Hennekeler. Eenige slingerproeven,
naar de methode van Eisley en Spiller te Londen, in verband
met het geluid en de geluidsgolvenopgehelderd met proeven.
Voorts in de November-bijeenkomst van dat jaar, Over dev
radiometer, mede opgehelderd met proeven.
December. Dr. E. P. J. Sibmacher Zijnen. Over den
mensch vóór de geschiedenis, ook naar aanleiding van het over
dat onderwerp door dr. Winkler uitgegeven werk.
1877. Januari. Dr. J. P. Berdenis van Berlekom.
Over de sterfte-statistiek van Zeeland, im de laatste tienjaren
(1866—1875).
Eebruari. Dr. A. A. Eokker. Eenige losse bladen uit de
geschiedenis van het chvrurgijns-gilde te Middelburgontleend
aan eene verzameling oude rekeningboeken en
waarvan het gemeente-archief eerst onlangs in
gekomen.
Maart. P. M. de Ligny.
den menschvoornamelijk
November.
in Egypte en
December.
Umrisse bij Schiller s
dit plaatwerk.
Januari. J. J. L. Luti. Over Molière's Tartuffe.
Eebruari. EL G. Hartmanuit Goes. Over het mysticisme
der 14e eeuw in Nederland, fragmenten uit eene bij hem in
bewerking zijnde geschiedenis van de broederschap des ge-
meenen levens.”
Maart. Mr. P. Romeijn. Over partijstrijd.
November. Dr. J. G. Voegler. Over de Iphigenia onder
de Taurïersvan Euripides.
December. J. C. Altorffer.