59 58 vervolg, dat men aan Flora van Zeeland. Conchyliën. Sedert het laatste vijfjarig verslag is ook de verzameling conchyliën met enkele nog niet voorhanden geslachten en soorten verrijkt, voornamelijk met die, welke in ons land te huis behooren. Hun getal beliep ongeveer 90 soortenwaarvan de mees ten door den conservatorden heer dr. Y. Keijzerwerden ten geschenke gegeven terwijl enkelen werden aangekocht. Verder werden sommige uitheemsche exemplarendie een onooglijk aanzien hadden, door betere vervangen. Daar sedert het in druk verschijnen van den cataloog de verzameling met ongeveer 180 nieuwe soorten is toege nomen bestaat er behoefte aan een het einde van dit verslag zal vinden. Het is door den conservator op dezelfde wijze als de cataloog bewerktnamelijk naar de classificatie van het werk van S. P. Woodword, z/A manual of the Mollusca; or ru dimentary treatise of recent and fossil shells.” Achter dit vervolg is tevens eene lijst gevoegd van enkele wijzigingen welke in den cataloog noodzakelijk zijn bevonden. exemplaren aangevuld, zoodat er gegrond vooruitzicht bestond dat deze sedert eenigen tijd achteruitgaande verzameling weldra geheel in orde zou zijn gebracht. Dit laatste heeft zich echter niet verwezenlijktdaar de heer La Fontijndoor zijn vertrek naar Vlissingenreeds in 1877 dien arbeid heeft moeten staken. Sedert dien hebbenwegens gebrek aan toezichtmuseum- tor en mijt in dè eerste plaats, en ook de tijd vrij spel gehad, tengevolge waarvan vele exemplaren zijn aangetast «en vernield. Zal de verzameling niet geheel ten gronde gaandan zullen er spoedig doortastende maatregelen moeten genomen worden. Alles is door een paar zomers trouw zoeken en vangen in Zeeland door dezen of genen niet alleen geheel te herstellenmaar zelfs kan de collectie veelzeer veel verbeterd en uitgebreid worden. In zeer goeden toestand daarentegen verkeeren nog altoos de uitheemsche vlindersgrootendeels uit Suriname Coro mandel en Indie afkomstig, en waarvan de eerste collectie reeds in het jaar 1777 is geschonken door den hoogleeraar Hofstede. Zij zijn achter glas geplaatst en daardoor voor bederf beter gevrijwaard. Zij zijn echter niet gedetermineerd. Mineraliën, voorwerpen van geologischen aard. Hierover valt weinig bijzonders mede te deelen. De ver zameling is vermeerderd met de aardstalendoor de borin gen in de havenhoofden van den Nieuwen Neuzen-polder verkregenlater met die van gelijke boringengedaan in verschillende polders dezer provincie namelijk te Hoofdplaat, Wemeldinge, Oostbeveland en Borssele. Het herbarium van Zeeuwsche planten bevindt zich in voldoenden evenwel nog onvolledigen toestandofschoon het in de laatste vijf jarendoor de ijverige bemoeiingen van ons medelid, den heer A. Walraven, met enkele voor Zeeland nieuwe plantensoorten is vermeerderd. In de algemeene vergadering van 1877 werd door den conservator overgelegd eene door hem bewerkte beschrij ving der nFlora van Zeeland” in ’s genootschaps kabinetten berustende. Ter bevordering van meerdere volledigheid zal de cataloog dezer verzameling vooreerst nog niet in druk verschijnen. Niet minder belangrijk was eene vermeerdering tengevolge der in Tholen Noord-Beveland en een gedeelte van Wal cheren gehouden botanische excursieweldra te volgen door eene dergelijke in Schouwen en Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen. De verzameling bestaat thans uit 43 portefeuilles, bevat tende 794 phanerogamen en 258 cryptogamen. De laatsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1879 | | pagina 32