69
68
kaartje.
re
het
In memoriammet het portret
een elands-
eenige been-
en verhouding tot de Unie
het tweede stuk
Bale naamlijst
Geschiedenis van het genootschap, commission enz.
Veel van het hier voren reeds medegedeelde moet geacht
worden te behooren tot de geschiedenis van het genootschap.
Enkele punten verdienen nog eene afzonderlijke vermelding.
Vooreerst het den 2 December 1874 genomen besluit,
om aan den heer mr. M. E. Lantsheer, bij zijn vertrek
uit Middelburg, wegens zijne vele verdiensten jegens
het genootschap, gedurende de 25 jaren waarin hij met
hetzelve in betrekking heeft gestaanals blijk van erkente
lijkheid een gouden medaille aan te biedengeslagen
en andere geloofwaardige bescheiden in chronologische orde ver
zameld dr. Jvan VlotenUit Bellamy s nagelaten brieven
en papieren met eene plaat en houtsneden in den teksten
hit. A. J. van Deinse en mr. E. Eokker, iets over armen
verzorging in vroegere dagen.
In hetzelfde jaar alsnog het eerste stuk van het IVde deel
mr. Gr. A. Eokker, repertorium van charters onbescheiden betref
fende het Zeeuwsch dijkwezen; J. Broekema, Cornells Corne-
lisz., Willem Barends en hunne tochtgenootennaar authentieke
stukken, met kaart van straat Nassau; gedachten over de
Dea Nehalennia, aan het Zeeuwsch genootschap der wetenschap
pen voor gesteld door mr. L. P. van de Spiegel, ten jare 1773,
ingeleid door dr. H. Kern.
In 1879, het tweede stuk van voormeld deel: A. Holle-
stellegeschied- en waterstaatkundige beschrijving vande wa
terschappen of polders van het eiland Tholen, toegelicht door
23 kaarten van de oude en tegenwoordige gesteldheid.
Verder verscheen in 1876 de vierde aflevering van
eerste en in Junij 1878 de eerste aflevering van het tweede
deel van den inventaris der Zelandia illmstrataverzameling
van kaartenportrettenplaten enz. betreffende de oudheid en
geschiedenis van Zeeland, toebehoorende aan het genootschap.
Hierover vindt men reeds een en ander vermeld op bl. 53
hiervoren.
Dit werk omvat
Eerste deel: Zeelands toestand
(17661786), met een
Tweede deel: de staatsgeschillen in de Nederlandsche
publiek tot de door Pruissen en Erankrijk beproefde bemid
deling (1780November 1786), met het phototypisch portret
van den raadpensionaris.
Derde deel: de staatsgeschillen in de Nederlandscherepu
bliek, door de gewapende tusschenkomst van Pruissen be
slecht. Van de Spiegel’s politisch-diplomatisch bedrijf,
als raadpensionaris van Holland en West-Eriesland (Novem
ber 1786December 1791).
Vierde en laatste deelde toestand van Nederland en van
Europa (1788—1795).
De hoogleeraar Vreede heeft zich door dezen veel omvat-
tenden arbeid de erkentelijkheid verworven van allendie
in de geschiedenis der laatste dagen van onze republiek be
lang stellen. Moge de uitgaaf dezer geschriften voor het
genootschap met aanzienlijke geldelijke offers zijn gepaard
gegaan het is er fier op zijner zijds iets te hebben kun
nen bijdragen tot eene meer juiste en rechtvaardige beoordee-
ling van dezen door sommigen zoozeer miskenden Zeeuwschen
staatsman.
Van het //Archief, vroegere en latere mededeelingen
voornamelijk in betrekking tot Zeelandzagen het licht:
In 1876 het vervolg van het tweede stuk van het IIP
deelbevattendeJ. H. van Dale naamlijst van de poor
ten torenssteegersmarkten straten enz. der stad Sluisin
het midden der 15e eeww
In 1878 het derde stuk:
van mr. M. E. Lantsheerdr. J. C. de Man
hoorn opgevischt in de Scheldemededeeling over
deren in of nabij Zeeland gevondenmet eene plaat en hout
sneden in den tekstmr. B. O. Caueenige geschiedkundige
bijzonderheden betreffende den polder Schouwenuit authentieke