72 73 1875 waar Pieter van Tuijll een klein fragment belovend beeldhouwer den heer Gr. J. den Hollandernaar - de teekeningen welke de heer mr. J. Verheije van Gitters I in de vorige eeuw voor de //Zelandia illustrata” vervaardi- j gen liet. De uitnemend fraaie door Rombout Verhuist gebeitelde tombe van Hieronimus van Tuijll (overleden 1669) in de kerk te Stavenisse, is thans met de grafkapel onderhanden en zal nog dit jaar in®den eersten luister prijken. Door tusschenkomst en op kosten der commissie werd in een naamsteen gemetseld in den gevel van het huis, Joh. Lipperheij te Middelburg heeft gewoond. Rapelle, Biezelingen enz., gecommitteerde raad van Zeeland overleden 1639, en van zijne echtgenoot, jonkvrouwe Anna van Heer Jansdam, overleden 1643. Op het ongeveer 2 meter hooge, fraai bewerkte voetstuk der tombe ligt eene zware dekzerk, waarop in relief, tusschen de familiewapens en zestien kwartierschildende levensgroote beelden van den ridder in zijne wapenrusting, en van zijne echtgenoote in een deftig lang gewaad. Jaren van verval en verwaarloozing hadden voltooid wat de grafschenders van 1798 waren begonnen, en het schoone gedenkteeken zou, na niet langen tijd, geheel ten onder zijn gegaan, evenals het gedenkbord van Philibertsz., overleden 1658, dat, op na, vernietigd was geworden. In de kerk te Serooskerke op Walcheren gold het eene kolossale in den muur gemetselde zerkwaaropin verheven beeldwerkworden voorgesteld Philibert van Tuijll van Se rooskerke enz., overleden 1661en zijne echtgenoot Vin- centia-Magdalena van Swieten overleden 1629. De levens groote beeldenhet lofwerk en zestien kwartierschilden waren zeer beschadigd en verwaarloosd. Beide vervallen gedenkteekenen zijn thans met veel talent op eene zeer voldoende wijze hersteld door een jongmeest te Antwerpen gevormddoch te Middelburg gevestigdveel In de finantiëele verhouding tusschen het genootschap en het reeds in de vorige eeuw door zijne bemiddeling alhier opgericht departement van het instituut voor doofstommen te Groningenwerd eene wijziging gebracht. Die commissie is thans aan het genootschap niet meer rekenpligtig en alzoo meer op haar zelve staande. Ter vervanging van wijlen den heer dr. A. A. Pokker werd tot haar lid en voorzit ter benoemd de heer dr. S. Dobbelaer de Wind. Tot de niet het minst belangrijke commissiën van het ge nootschap behoort zonder twijfel die, uit zijn midden be noemd tot het opsporenhet behoud en 'het bekend maken der overblijfsels van kunst en oudheid in Zeelandwelke commissiebij circulaire van den commissaris des konings indertijd in de medewerking der gemeentebesturen in die provincie was aanbevolen. Zij bleef voortdurend het oog houden op de in Zeeland aanwezige merkwaardige oudheden. Daarwaar deze bleken in vervallen of verwaarloosden toestand te verkeerenspoorde zij de belanghebbenden tot restauratie en beter onderhoud aan, of nam zij dikwerf zelve deze moeielijketaak op zich. De restauratieplannen der Middelburgsche abdij werden door de heeren jhr. mr. V. de Stuers en P. J. H. Cuijpers her haaldelijk met een harer leden besprokenwaartoe de teeke ningen uit de //Zelandia illustrata” in menig opzicht een belangrijke leiddraad waren. Met veel zelfvoldoening mag de commissie terugzien op hetgeen door haar is verrigt in ’t belang van eene restauratie der grafmonumenten van het geslacht van Tuijllin de ker ken te Kapelle in Zuid-Beveland en te Serooskerke in Walcheren, waartoe zij geldelijk was in staat gesteld door de belangstelling en vrijgevigheid van nu wijlen den heer mr. W. B. baron van Tuijll van Serooskerke en Zuijlen, op het kasteel te Zuijlen bij Utrecht. Dit betreft in eerst- gemelde kerk de graftombe van Philibert van Tuijll van Serooskerkevrijheer van Tienhovenheer van Maalstede

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1879 | | pagina 39