75
derfl'nijsse meijnde. In orconde enz. Datum Hage prima
Julij anno XIIII'XXIIH"
Men liad alzoo zekeren dijk niet naar behooren geheeld,
niettegenstaande de herstelling daarvan overeenkomstig de in-
zigten van een dijkraad was voorgeschreven. Maar het is
uiterst moeijelijk over de gebreken van het dijksbestuur een
bepaald oordeel uit te spreken; want hij het beoordeelen van
eene dergelijke aangelegenheidmoet met zoo menige andere
omstandigheid rekening worden gehoudendrukkende dijkge-
schoten, minder duidelijke inzigten in zake het dijkwezen en
uiterst geringe prijzen van de geteelde vruchtenziedaar
oorzaken waardoor men veelal niet in staat wasdatgene te
doen, wat hoog noodzakelijk was. Te spoedig is men ge
neigd de te kortkomingen in deze te wijten aan onverschil
ligheid; maar bij nader inzien vindt men dikwijls schier on
overkomelijke bezwaren, waarmede men te worstelen had, en
hierop lettende, zal het oordeel over de handelingen onzer
vaderen ook altijd meer verschoonend zijn.
Na deze uitweiding moeten wij terug en de geschiedenis
van de stormvloeden, waardoor het eiland geteisterd is, ver
volgen. Op den buitengewoon Imogen vloed van 1-352 volgde
die van 110-1<die de dijken allerwege weder grootelijks be
schadigde, en waardoor het Cats-Nieuwland bezweek 2).
Overigens vindt men evenwel weinig betrekkelijk de uitwerk
selen van dezen vloed aangeteekendgeene opgaven van het
bedrag der schadeen geene berigten omtrent de wijze waarop
de ondergevloeide polder aan het water is onttrokkenworden
aangetroffen.
Allerverderfelijkst schijnt ook de in onze geschiedenis zoo
bekende allerheiligen vloed van 19 November 1121 voor het
eiland te zijn geweest; want kort daarna verwierven ingelan
den vrijdom van alle schot en bede voor vijf ashtereenvol-
1) F. van Mieris, Groot charterboekdeel II, folio 727.
2) Reigersberg Kronijk van Zecla?id, pag. 140.