76 gende jaren. Slechts was tot voorwaarde gesteld dat het land moest worden herdijkt volgens de bevelen van 's hertogen //Raid" van welken in den voorgaanden brief gesproken is. De inwoners van Cortgene erlangden bovendien nog octrooi om in 't vervolg van hunne bezittingen, onverschillig waar ter plaatse die gelegen waren maar half geschot in alle beden en lasten te betalen en hieruit blijkt van welken omvang de alstoen veroorzaakte schade moet zijn geweest Onze oudste kroniekschrijver verhaalt aangaande dezen vloed alleen dat de Biesbosch ontstonden dat daardoor zoo hier als elders vele dijken bezweken Uit den hier boven aangehaalden brief van 1424 vernamen wijdat de ontstane schade niet overal hersteld werdzooals men verlangd had; vooral schijnt dit het geval te zijn ge weest met den dijk van n Grutersoirt," tengevolge waarvan de besturen zich dan ook de zoo ernstige vermaning hadden op den hals gehaald. Ongetwijfeld moet onder den dijk bij Grutersoirt" worden verstaan een der dijken waarmede de Wijtvliet is ingepolderd. Over deze waterkeeringen toch voerde zoowel het polderbestuur van Noord-Beveland beoosten den Wijtvliet, als dat van JSToord-Beveland bewesten den Wijtvliet beheeren het schrijven van den hertog was daarom aan den gemenen Dijckgrave en de Gezworens" gerigt. Men had ja den bewusten dijk beschadigd als hij wasniet ge heeld doch onmiddellijk gevaar bestond daardoor voor een der oude eilanden niet. Welligt. heeft het voornemen bestaan de strook, in den Wijtvliet verkregen te verlaten daar vooral voor het behoud daarvan een kostbaar onderhoud zal zijn noodig geweesten met het prijs geven er van betrekkelijk zoo weinig geschikte gronden werden verloren. In dat geval zou evenwel eene verbetering der binnendijken hebben moeten Reigersberg, Kronijk van Zeeland, pag. 140. Tbid, pag. 151.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 104