97
althans men sloeg een' anderen weg in 11. 1. door een onder
zoek te doen naar den aard der goederen en effecten die
aan het Leprozenhuis toebehoorden 1).
De vraag schijnt hier niet ongepast, wat men in zake tucht
huis met de gelden van liet Leprozenhuis had te maken P Men
kandunkt meslechts één antwoord hierop gevenn. 1. dat
men eenvoudig de gelden van het Leprozenhuis nam, omdat
men die beter besteed achtte voor een tuchthuis dat men
noodig had.
In het voorbijgaan zij gezegd, dat het Leprozenhuis oi Laza-
r ij huiseen huis oorspronkelijk voor melaatsclien, later ook
voor andere zieken, reeds van vroegen tijd dagteekencle. In
het begin der 16e eeuw had deze stichting een huis buiten de
Noordpoortdoch omstreeks 1540 zijn de leprozen verhuisd
buiten de Noorddampoort (aan de andere zijde van de Dam-
brug tegenover de Zuiddampoort zie hierboven pag. 91),
zoo als dit ook op de kaart van van Deventek, is aange
duid. In het archief dezer stad is een zeer merkwaardig stuk
betreffende dat Leprozenhuisn. 1. een open brief van Keizer
Kaiiel V, d.d. 22 September 1544, houdende goedkeuring
der ordonnantie en statuten van de Leprozen 2).
Men deed dan onderzoek naar de goederen van het Le
prozenhuis en dat onderzoek viel naar genoegen uiteen
week later, 23 November 1641, rapporteerde mendat //meest
al de goederen vrij en niet geaffecteerd waren tot zekeren
tijd en op zekere personenzoodat men kon verkoopen
wat men noodig had. Deze beschikking over de goederen
van een ander klinkt ons thans vreemd in de oorendoch
de aartsvaderlijke zorg van het gemeentebestuur achtte deze
verandering van bestemming' der gelden noodzakelijk en de
verandering had dus plaats. Intusschen had men de beleefd
heid te bepalen, dat //indien van tijd tot tijd eenige arme
1) Zie notulen der stad van 16 November 1641.
2) Cat. Mr. de Stoppklaar n°. 1866.