98 ff personen met de besmettelijke ziekte van melaatsheid binnen deze stadt werden bevondendeselve op des stadts gemeene kostenbehoorlijk zouden worden gealimenteerd ende ver- zorgd." Over de drie of vier leprozendie nog in het huis schenen te zijnwerd geen beschikking genomen l) Zonder thans in het breede uit te weiden over den loop dien de zaak verder nam, zij hier nog vermeld dat, blijkens de notulen van 5 April, 14 April, 30 April, 16 Juni, 20 September, 9 October en 29 November 1642de goe deren der leprozen verkocht zijn en dat ook de loterij heeft plaats gehad, waarop door zekeren Samuël Bollaebt een gedicht is gemaakt, dat van wege de Regering der stad met 5 pond grooten werd beloond s). Ook werd besloten om, met afwijking van de in Junij 1641 genomen resolutie, het tuchthuis niet te plaatsen aan de Koe poort maar daarvoor te approprieren het huis van de nieuwe stadsschuur met de oude smidtse staande op de zuidzijde van de haven dezer stad op 1t einde van den Cousteen- schendijk." Ongeveer een jaar later, den 28sten Maart 1643, werden door 't collegie van Wet en Raad de Heeren regerende bur gemeesters, de secretarissen en tresoriers der stad gecommit teerd om in 't geheel op te nemen ri en te visiteren den bouw ff van het tuchthuisen te sien of deselve in alles was opge- maeckt volgens de overgegeven bestecken en daervan rapport te doenvoorts werd een ontvanger benoemd en vier re genten voor de twee volgende jaren. Uit de rekening over 1645—1647 blijkt evenwel dat een meisje overge bleven uit het leprozen-huis tot dienstmeid in het tuchthuis was gekweekt terwijl de knechtkens" besteld zijn naar Oost-Indien om dezen huize daar van te ontlasten." 2) Iu de notulen van dieu tijd komt ook een mededeeling voor, dat de meester van de Latijnsche school een gedicht had opgedragen aan de Regering, waarvan het opschrift luidde: „lamcntatio violatae Lucretiae." De dichter ontving 00 belooning.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 126