LOO een kuis van correctie en een werkhuis en tevens, dat de personen doorgaans geruimen tijd, gedurende jaren achtereen daar verbleven. Met het toezigt over het werk en de geheele huishouding van het gesticht was heiast de binnenvaderterwijlzoowel voor het maken van baaidoek als van zeildoekmet een des kundig persoon een accoord was gesloten om den gevangenen dit werk te leeren. De pligten van den binnenvader ten opzigte van het tucht huis waren omschreven in een ordonnantie. Die van het jaar 1684, waarvan de voorschriften op het laatst der 18,le eeuw nog van kracht waren, is nog in manuscript bewaard geble ven en houdt verscheidene voorschriften in, wier mededeeling niet van belang is ontbloot. Art. 2. Denselven zal voor tractement genieten de somma van vier //hondert Caroli guldens jaarlijksacht steen kaarsen ses ende een half last turffdrij vademen brandhoutdrij achtste zeepe, ende traan tot de lampen voor de gevangensna behooren des sal hij gehouden wesen aan de tuchtelingen te geven van //den eersten November tot den laatsten Februaryyder vier turven daags ende acht maanden ieder twee turven dagelijks yder schaffdag uyt te deelensonder iets daar vooren te ge- nietengelijk hij mede gehouden sal weesensoo wanneer eenige van de Heeren van de Regeeringe ofte de Regenten vant huijs, ofte derselver huij svrouwenten dienste van het selve vaceerende, deselve behoorlijk te voorsien van vuur ende licht en bij avonden met lantaarns thuijs te brengen ofte laaten brengenalles sonder iets daar vooren te declareren.'" Deze bepaling voert van zelf tot de vraagop welke wijze werden de gevangenen gevoed P Het rapport omtrent den staat van het tuchthuis aan de provisionnele representanten ingediend (zie hiervoren noot op pag. 90) geeft daaromtrent eenige inlichting. Op pagina 71 en volgende wordt gezegd: Rij de derde grondoorzaak van het verval der Pinantiëlen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 128