105
eerder verstond: het niet al te bont maken in het gesticht,
dan wel dat men daarin de middelen zag om de gevangenen
zedelijk te ontwikkelen en beter te maken. Doch ook dit
minimum van eischen scheen de krachten van den binnen
vader soms te boven te gaan; zoo straks zal de gelegenheid
zich aanbieden om een voorbeeld daarvan bij te brengen.
//Art. 7.
Den binnenvader sal hebben de vrylieid oft exemptie van
's lands en stads acc-ynsen ter concurrentie van zeven oxhoof-
den wyn en acht tonnen goeten zooveel kleyn bier als van
nooden weesen zal; mits dat hij den gevangen de wijn niet
hooger en zal aanrekenen als tot dry stuivers ieder pinte
en een blanke de kanne vier gulden bieren daarbovendat
hij geen gelagen sal mogen setten, direct noch indirect."
Over hetgeen er gedronken werd in het tuchthuis ontston
den nu en dan klagten. We lezen in de notulen van het
jaar 1661dat vrijdom van accijns werd gegeven van 2 ox-
hoofden13 Eebruarij 1677 werd die vrijdom uitgebreid tot
7 oxlioofdenzoo als in de ordonnantie te lezen staaten in
1699 tot 8 oxlioofden. Van tijd tot tijd moesten de Ed.
Achtb. HH. evenwel laten gevoelen, dat de binnenvader het
met 8 oxlioofden moest doen en werd den pagter van de
accijnsen gelast niet meer te geven. Later, in 1729, zijn
de vier gulden bieren geheel en al accijnsvrij verklaard. Uit
een rapport van regenten van het tuchthuis aan de regering
der stad, van het jaar 1.806, blijkt dat, nadat in Juli 1795
de vertegenwoordigers van 't volk van Zeeland alle vrijdom
men van impost hadden ingetrokken, bij publicatie van 18
September 1795 de godshuizen in alle exemtiën en vrijdom
men zijn hersteld, doch dat den binnenvader nu slechts vrij
dom van één oxhoofd wijn werd gegund. Uit een lijstje van
vrijdommen kan men ook zien, dat er toen ter tijde vrijdom
van genever was tot een accijns van 10,12, voorts van
wijn voor den binnenvader tot f 25,16 en van wijn ten
dienste van het huis tot f 12,18.
Archief Ve dl., lste st. 3