109
//encle ontijdigheid oft anders hij den capteyn majoorschout,
provoostenklapperluyden oft 's heeren dienaars werden ge-
attrappeert en gevangenende volgens de natuure van hare
delicten off placcaten van den lande off die van de Heeren
'/Burgemeesters, schepenen en raden daar inne jaarlijks mogen
werden gebrachtomme geconfineert ende getuchtigt te wer-
denen daarvan gehouden weesen aanstonts ofte des vol-
genden daags 's morgensbij aldien deselve misschien des
avonds ofte by ontyde daar inne gebracht warenkennisse
te geven aen twee laatstsittende Heeren in de wethom ter
gelegener tyd by haar Ed. te werden geëxamineertende
n voorts gedisponeert soo als bevonden sal werden te belmoren,
edoch en sal hy niet vermoogen daarinne te nemensoo-
danige die den heer hooftofficier soude willen calangeren
ofte aan dewelke deselve eenige breuken ofte boeten zoude
//willen verhalen, maar moeten deselve werden gebracht op
's Gravensteenofte andere plaatsclien daart behoort om
by denselven jegens haar voor de Heeren van wethte te
werden geprocedeei't."
Hieruit blijkt dus weder het verschil tusschen het tucht
huis en Gravensteenwaarvan het eerste diende voor ver
oordeelden, het tweede voor lien die, zooals wij thans zouden
zeggenpreventief gevangen zaten. Bovendien werden er
nog personen in opgenomen die tot geen der beide ge
noemde klassen behoorden en die daardoor waarlijk in geen
gunstigen toestand waren geplaatst: zij waren niet veroordeeld
en werden ook niet nadien veroordeeldmaar waren hij pro
visie, zonder bepaling van tijd, gevangen. Ten bewijze
hiervan volgt hieronder een lijst van personen die, blijkens
het opschrifttot genoemde categorie werden gerekend
//De volgende gevangene waren op primo Mei 1761 in de
stad Middelburg Tugthuysmeest maar bij provisiedog
sonder eenige bepalinge van voor hoe langen tijd
//Willemina van Ghendt al sedert Januari 1751, synde
daarin gebragt meest over gebuur quaestie in de Penninghoek;