110 Willemina Roobeen, bij provisie sedert AP. 1758, is maar gedeeltelijk bij liaar verstand //Jan Verker een blind man en Anna Slabbers waarvan nog een kind oud vier jarenhetgene door hun nog niet is kunnen gewettigt wordenschoon wedersyds genegen tot trouwenhij kan geenerley werck in dit buys doen en den armen weigerd voor hem te betalencontrarie de resolution van wetthe en rade van dato 29 Januari 1695 enz.; Angelina de Gruyter uyt het simpelhuys overgebragt sonder bepalinge van tijd en sonder dat daarvoor yets be- //taald werd sedert Maart 1760; //Tannetie de Pree versoeckt gehoord te worden. Sommige papieren dese ongeluckige aangaandesyn in //liet Tugthuys voorhanden." Met welk regt deze personen in het tuchthuis opgesloten waren is mij onbekend, maar dat bijv. een gebuurquestie een voldoende grond zoude zijn om iemand ongeveer 10 jaren in het tuchthuis te houdenkan bezwaarlijk worden aangenomen en met de overigen was het inderdaad niet beter gesteld. Tot deze categorie kan men ook hen rekenen die, tengevolge van een politiemaatregel, van de straat werden geweerd. Van de zoogenaamde inkombriefjes zijn nog verscheidene uit dien tijd aanwezig. Zij zijn allen door den meergenoem- den Cornelis van Loysen als binnenvader onderteekend. Dat de man, wiens beeldtenis door een schilderstuk werd vereeuwigdnog geen baas in de spel- en spraakkunst was kunnen de inkombriefjes getuigenb. v. Op 6 Januari 1752 werd ingebragt: //een Ideljaender //(waarschijnlijk: een Italiaandie onverstaanbaar is." Op 3 Juni 1751: Geetruy Klasen met Katrina Savelberg met 3 klyne keinders die nog suygen (welk een aanwinst voor het gesticht!) Op 26 Pebruari 1754: //Sara van de Walle een //kraamvrouw met har doot keint."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 138