vu voor beter op te geven. Zoo stelde hij zich voor om al wat niet Zeeuwsch was uit onze kabinetten te verwijderenopdat de Zeeuwsche Fauna des te beter wetenschappelijk uit zou komen het denkbeeld van directeur te zijn van een Museum van naturalia en zeldzaamheden was hem een ergenis, maar gaarne gaf hij toch zijn meening op, omdat men hem overtuigde, dat wij niet groot genoeg waren om geschenken van de hand te wijzenen dat Zeelands hoofdstad niet de bezitster worden kon van een Panopleum van Minerva. Er was een Zeeuween stadgenoot en mede-studentwiens vriendschap van grooten invloed geweest is op Fokkeb's loop baan en neigingen ik bedoel prof. P. Z. Ebmekins. Beide in de historische school van Pbuys van dek Hoeven ontwik keld meende elk de ware wetenschap te moeten putten uit de bron der geschiedenis en terwijl de één zich wijdde aan de studie der oude heroën van Griekenlanddeed het de an deremet zijne kennis van oud-Hollandschaan den tijddie hem meer onmiddelijk voorafging. Ebmekins kende de groote mannen onder de Asclepiaden Fokkeb de Dii minores van Zeeland. Slaat den cataloog op van onze provinciale biblio theek en gij zult er meer dan 600 nommers in vinden van schriften der Zeeuwsche geneeskunstoefenaren of betrekkelijk den natuur- en geneeskundigen staat van Zeeland." Die ver zameling is door hem bijéén gegaardmet een ijver en met een gedulddie ieder verbazen moetenzij is eenig in hare soort en van onschatbare waarde voor de studie van Zeelands genees kunde van Zeeuwsche toestanden en van de theoriën over Zeelands ziekten. En Fokker verzamelde niet alleen die schrij vers hij las en commentarieerde ze x) en gaf de vruchten van die lectuur ten beste in ettelijke brochures, die zeker door vele zouden gevolgd zijn indien hem de tijd ware gebleven. Wat Ebmekins schreef in onnavolgbaar schrift was een spoor- Zijne commentaria op de schrijvers zijn bewaard gebleven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 13