116 Mijn Hr. Den H1'. Borgemeester op horder van UwelEdele heb ik dit lysie opgemaak van wat ziekten der tegenwoordig in 't tugthuys syn namentlyk //Anna de Bruyne met een Rumatismi of jigtpijn; Janna Pater, met de Februs of Coorsen; Cataryna Schout en Ragel Leynsen met de morbus '/Collera ofte galziekte; Cataryna Tuyneman met 't hysteryca pasione of opsty- ginge Willejiyna Roodbeen meteen scheurbuticus in de mond en hypogondrie //Sarel Larox asmatic of amborstig; dit syn nu alle de siekten die tegenwoordig daar syn. //Yerblijve UwelEdele met hoogagtinge UEdw. dienaer Jan Blok Chirurgyn." Ten slotte zij uit de ordonnantie nog medegedeeld: Art. 15. //Eindelyk sal hij goede sorge gehouden weesen te dragen, dat alle de tuclitelingen behoorelyk werden bewaart tot zijnen //pericule, op poene, dat hij niet sal trekken van het lcost- geit hetwelke hij voor het uytbreeken ofte ontkomen der gevangene sal hebben te pretenderen ende tot dien eynde exacte toevoorsiclit hebben en gebruyken over alle slooten sleutelsdeuren en vensters en secreten off andere gaten en na gelegentheid van zakendes morgens en des avonds alles doorwandelen en naauw beschouwenen incas hij eenige swarigheden gewaar werd sulx aanstonts de Regenten //bekent te maken, opdat by dezelve, daarjegens bequamelyk moge .werden voorsien." De binnenvader had, gelijk reeds hierboven werd mede gedeeld, niet altijd kunnen beletten, dat er uitbraken plaats grepen, en de regering der stad gaf niet onduidelijk te kennendat zij de schuld daarvan toeschreef aan de zorge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 144