127 een grooten afstand had afgelegd, of in ons land was kunnen verontreinigd worden. Yan dat water gaf, volgens hetgeen de heer Oudejians mij mededeelde, het residu der verdam ping een lucht van zich, wier beschrijving ik u zal besparen; een luchtdie niet aanmoedigde tot het drinken van het Rijn water zelfs nadat het pas even over onze grenzen gekomen was. Nu is het waardat er middelen kunnen worden gebezigd tot zuivering van het rivierwater alvorens het naar de woningen wordt geperst. Daaronder schijnt dat van natuurlijke filtratie, door den zandbodem der rivier, zoo als te Lyon en te Nimes is toegepast, indien de aard van den grondslag liet toelaat, mij tot nog toe het voortreffelijkste filtreermiddel te zijn. De wetenschap heeft echter de vraag, naar ik meen nog niet beantwoord of eenig filtreermiddel in staat is terug te houden de vergiftigescheikundige verbindingen, die zich bij rotting van eiwitachtige stoifenkunnen vormen. De mogelijkheid van die vorming is, volgens liet rapport van de Natuurkundige afdeeling der Koninklijke akademie van wetenschappen van 30 Junij 1877, boven allen twijfel verheven. Dat vergif, dat slechts in kleine hoeveelheid, even als het slangenvergifin het bloed behoeft te worden gebragtom doodelijk te werken schijnt volgens dat rapport, door het klaren en zuiveren van het waterwaarin de rottingsproducten zijn afgevoerdmet ijzer-chloride, te kunnen worden neergeslagen. Toepassing van dit middel op de groote schaal, zoo als bij een waterleiding zou noodig zijnhad tot nog toe niet plaats ook niet bij de Maaswaterleiding te Rotterdamwaar dit ernstig is aanbevolen en naar mijn inzien wel wenschelijk was. Waar schijnlijk zal men daartoe overgaan in tijd van epidemie, zoo als is aangeraden door de commissiedie vóór de in gebruik- stelling van het water te Rotterdam gehoord werd. Bij die gelegenheid zal kunnen blijken of het klaren met ijzer-chloride een afdoend middel is tot wegneming van alle schadelijke bestanddeelen uit het Maaswater. Inmiddels bepaalt men zich te Rotterdam bij de filtratie

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 155