128
van liet rivierwater door de bij waterleidingen gebruikelijke
filterbedden, aldaar van 1 meter dikte, waarvan de onderste
laag uit grint bestaatwaarop grof rivierzand volgtgedekt
door fijn zand.
Het water door die filters gereinigd bad reeds bij de eerste
proeven op liet oog een heldere kleur en overtrof dus de
verwachtingdie niet hoog gespannen wastengevolge van de
ongunstige meening van wetenschappelijke mannendie er met
nadruk op hadden gewezen, dat het beruchte Maaswater door
middel van zandfilters niet van zijne schadelijke bestanddeelen
zou worden ontdaan.
De daar straks genoemde commissiedie vóór de in dienst-
stelling der waterleiding werd geraadpleegden het gefiltreerde
zoo wel als het niet gefiltreerde water onderzocht, bevestigde
die ongunstige meening en vermoedelijk zou tot het klarings
middel de toevlugt moeten genomen zijn voor het waterdat
als drinkwater of voor het bereiden van spijzen werd gebezigd,
indien die commissie niet eene hoogst merkwaardige ontdekking-
had gedaan.
Het bleek haar namelijk dat de zandfilters beter zuiverden,
naar mate zij vuiler werdennamelijk naar mate zij begroeiden.
Het versche zandfilter liet b. v. ammoniakhoudend water door;
het water dat door een begroeid filter had geloopen was daar
van even als van organische wezens geheel vrijop de filters
vormt zich blijkens het microscopisch onderzoek van den hoog
leeraar dr. Haiiting een dunne laag van lagere plantendiato-
maeën en anderedie de organische stoffen uit het rivierwater
voor een groot deel tot voeding gebruiken. Door het netwerk
dat die lagere planten bij de ontwikkeling over het zandfilter
verspreidenworden iiiet alleen klei- en slibdeeltjesmaar ook
dierlijke organismenzoo als infusoriënteruggehouden.
Op grond van die ontdekking neemt men nu te ltotterdam
de zorg in acht van de filterbedden niet in werking te stellen
terstond na de ververschingmaar eerst wanneer na eenige
dagen een zacht groen weefsel zich er over heeft uitgespreid.