133 men toebereidselen tot uitbreiding, teneinde het drievoudige of 100 liter te kunnen leveren x). De uiteenloopende cijfers moeten tot voorzigtigheid aan sporen bij het trekken van een besluit. Te Middelburg en Vlissingen wordt voor fabrieken of andere bedrijven geen behoefte aan veel water gevoeld. De inwoners zijn aan het gebruik van regenwaterdat men voor niets heeft, zoo gewoon, dat er zeker een geruime tijd zal verloopen aleer men algemeen tot aankoop van duin water zal willen overgaanhoe voortreffelijk dit ook moge geacht worden. Niettemin heb ik bij de berekening der behoefte voor de inwoners een hoeveelheid van 20 liter per hoofd in een etmaal gesteld. Behalve het noodige voor drinkwater en tot bereiding van spijs en drankwaarvoor men niet meer dan 5 liter per hoofd behoeft te stellenis dan nog ruim 15 liter voor ander gebruik beschikbaar. Die hoeveelheid is niet ruim, maar met het oog op den vermoedelijken voorraad in de duinen mogt ik niet al te gul zijn. Men zal zich moeten gemeenzaam maken met het denkbeelddat duinwater op Walcheren een uitmuntend maar tevens eenigzins kostbaar levensmiddel iswaarmede niet roekeloos mag worden omge sprongen. Het aantal inwoners nam ik wel wat ruimer dan in 1871 in de beide plaatsen leefden namelijk 16000 voor Middelburg en 10000 voor Vlissingen. De toeneming der bevolking heeft echter die cijfers reeds doen overtreffen, daar uit0. December 1878 te Middelburg reeds 63 en te Vlissingen 271 meer personen in het leven te houden waren, dan waarop ik in 1871 gerekend heb. Ben ik met de berekening van 20 liter per dag en per ziel voor de 26000 inwoners der beide steden voor te kor- Tijdschrift Inst. v. Ing. 1870/71 bl. 69.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 161