138 in mijn berekening aangenomen en voldoende bevonden was. Eene andere zeer gunstige omstandigheid is deze, dat de verdamping van water uit gedrenkt zand minder bedraagt dan van een waterspiegel. Geregelde waarneming aan den Helder van 1869 tot 1878 heeft geleerddat van een zand oppervlaktegeplaatst op 0,40 M. boven den beganen grond gemiddeld per jaar niet meer dan 340 m. M. door verdamping verloren ging Houdt men de grootere verdamping aan van ieder der jaren 1877 en 1878, bedragende uit zand aan den Helder per jaar 400 m. M,, dan behoudt men in de duinen van Walcheren bijna 200 m. M. water, dus het drievoudige van wat door mij was gesteld. Nu nog een woord over de oppervlakte, waaraan men op Walcheren duinwater kan ontleen en. Yoor dat doel bevelen zich in de eerste plaats aan de dui nen ten noorden van Walcheren bij de Oranjezon, en in de tweede plaats die ten westen van Ylissingen. De duinen ten noorden van Walcheren beslaanvoor zoover zij staatsdomein zijn, en volgens de wet van 1870 (Staats blad no. 126) aan den heer D. Dbonkebs in erfpacht werden uitgegevenvolgens die wet eene oppervlakte van 390 H. A. Deze oppervlakte schijnt nog op vroegere opmeting van het kadaster te zijn gegrond en grooter te wezen dan diewelke de tegenwoordige staatsduinen beslaan. Op eene kaart van den commies van den polder Walcheren L. Babendse heb ik namelijk slechts eene oppervlakte van 330 H. A. kunnen meten. Dat de oppervlakte van het duin langzamerhand is verminderd kan worden toegeschreven aan verstuiving, afslag bij stormvloed en aan weghaling van zand; Verslagen en mededeelingcn Kon. Akad. van wetenschappen XIV 1 bi. 41.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 166