14.2 Ik zal bij de beantwoording van de derde vraagof cle kosten om in bet genot te komen van duinwater voor Middelburg en Vlissingen niet onoverkomelijk zullen zijn, trachten met weinig cijfers te volstaan en dus niet treden in bijzonderheden van begrootingen, maar mij bij de mededeeling der hoofdsommen bepalen. In twee deelen moeten de kosten worden verdeeld, namelijk in die van aanleg en die van exploitatie. Bij de begrooting der kosten van aanleg der werken voor de waterleiding uit het noorden van Walcheren heb ik ge rekend op den aanvoer van het maximum dat door de duinen aldaar kon worden geleverd. Zijn dan in den eersten tijd van minder gebruik en minder aanvoer afmetingen en ver mogen wat te ruim, dit geeft het voordeel van eenige uren rust in het etmaal aan werktuigen en personeel te kunnen geven hetgeen zoo wel ten bate komt van de exploitatiekosten als gelegenheid geeft tot nazien en zoo noodig herstellen van de werktuigen. Rekenende alzoo op een inrigting, waarmede 600000 M3 in het jaar kan worden aangevoerd kan voor de kosten van aanleg worden gesteld f 1.350.000 (Bijlage n°. 1) waaronder be grepen zijn die voor een hoog reservoir bevattende 4.00 M3, ten einde, in tijden van rust met den aanvoer, het gebruik zou kunnen blijven doorgaan. De kosten van exploitatie zijn: 1°. algemeene of vaste kosten van personeel, onderhoud en administratie begroot per jaar opf 22.000 en 2°. veranderlijke kosten afhankelijk van de hoeveelheid waterdie verbruikt wordt. Deze stellende op 264000 M3 per jaar dan is de uitgaaf 8.000 Dus te zamen 30.000 Hierbij moet nu nog worden gesteld een som van rente en aflossing van het kapitaal waarvoor ik aanneemn 90.000 Makende te zamen 120.000 Daar den eersten tijd de gebruikers niet vele zullen zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 170