157
15.
De afgewerkte stoom van de pompen komt door bnis (551 in
buis (29), waar bij zich voegt bij dendirect uit den ketel ko
menden stoomen dus met dezen in de buizen (30) geconden
seerd wordt.
16.
De belaste klep (28) dient om te zorgendat de druk van
den stoom in buis (29) altijd genoeg beneden dien in den ketel
is, om de pompen te kunnen doen werken, niettegenstaande
de tegendrukdien de afgewerkte stoom moet hebben om in
buis (29) te kunnen treden.
De pompen werken dus door het verschil in stoomspanning
in den stoomketel en in buis (29).
17.
De lucht opgelost in het zeewater, dat door buis (1) in den
condensator komt, wordt door de warmte der buizen (2) en (3)
vrijgemaakt. De lucht komt door buis (43) in de stoomkamer
(53) en vermengt zich hier met den tertiairen stoom. Bij con
densatie van dezen stoom wordt een gedeelte dier lucht in het
gevormde water opgelost.
Het zuiver waterdoor condensatie van den tertiairen stoom
verkregen is dus luchthoudend.
18.
Buis (56) dient om de overmaat van lucht, met den tertiairen
stoom vermengd te doen ontsnappen. De doorboorde knop (67)
dient om te zorgen dat er geen vuil in buis (56) valt.
19.
De luchtbol (57) dient om te zorgen, dat tengevolge van de
werking van de pomp met de lucht, mede geen zeewater door
pijp (43) in de stoomkamer (53) komt.
20.
De „pet-cocks" (58) en (59) worden soms gebruikt om de
luchtaanwezig in de buizen (30) en (52) af te blazen meer
in het bijzonder als men gaat beginnen te werken.
Is de toestel eenmaal in gang dan kunnen ze gewoonlijk
geheel of bijna geheel gesloten blijven.
21.
De „draining-cock" (60) en de „waste-cock" (61) dienen voor
het laten wegloopen van het onzuiver water, dat bij het begin