158
der werking verkregen wordt, opdat de kool in het filter er
niet door verontreinigd worde.
22.
Kraan (62) dient om bij het begin der werking zeewater in
het reservoir (6) te brengen en blijft open tot dat zuiver water
in reservoir (45) stroomt en dus door het in werking komen
der drijvers (49) en (7) het zeewater door buis (5) in reservoir (6)
kan komen. Zie 10.
23.
De „draining-cock" (63) dient om het water uit den conden
sator te doen wegvloeijen, indien dit begeerd wordt.
24.
De opening (64) en de buis (65) dienen om het zuiver water
en zeewater uit de reservoirs (45) en (6) te doen wegvloeijen
indien ze te veel gevuld mogten worden.
25.
De drijvers (14)(15) en (16) zorgen dat de voedingspompen
geen luchtin plaats van water oppompenzoodat er geen
lucht in de beide verdampers en den stoomketel gevoerd kan
worden.
Het blijkt namelijk uit de teekening dat, als er niet genoeg
water in de voedingsbakken is om de drijvers opteheffende
openingen der buizen (17), (18) en (19) afgesloten zijn.
26.
De drie doorboorde geelkoperen knoppen (66)(68) en (68)
dienen alleen om te beletten dat er vuil valt in de buizen
die zij dekken. Die buizen dienen om lucht toe te laten, waar
door de beweging van het water vergemakkelijkt wordt.
27.
Het filter heeft bij den bodem twee stoppen (69) ten einde
het te doen leeg loopen, als dit noodig is.