160 eens wordt de tertiaire stoompijp (54) warmals het water in den tweeden verdamper begint te koken. Zoodra stoompijp (54) warm wordtsluit men de draining- cock" (60) en de waste-eock" (611waardoor het gedestilleerd water gedwongen wordt, om door de buizen (41) en (42) naar het filter te gaan en vervolgens naar het zuiver water reser voir (45). (Zie 7, 8, 9, 12 en 14 der beschrijving). 5. Zoodra er zuiver water in reservoir (45) stroomt, sluit men kraan (62), waarna de toevoer van zeewater naar reservoir (6) geregeld wordt door den stand van drijver (7). Zie 10 der beschrijving. 6. De toestel is nu in vollen gang. Het is alleen noodig tel kens naar de peilglazen (23) en (24) te zieuen de brine- cocks" (25) en (26) zoo te stellen, dat het water ongeveer 7 a 8 c. M. hoog in de peilglazen staat. Het is het beste de „brine-cocks" (25) en (26) zoo te stellen, dat de hoogte van het water voortdurend liever iets toe- dan afneemt, en ze van tijd tot tijd voor enkele seconden geheel of bijna geheel te openenom het water weer tot de vereischte hoogte van 7 a 8 c. M. te doen dalen. Daarna brengt men de kranen weer in hunnen vorigen stand terug. Op deze wijze houdt men de kranen van binnen voortdurend schoon, en een weinig ondervinding zal den machinist spoedig in staat stellen, den besten stand dezer kranen te bepalen, die, om ze gemakkelijker in een bepaalden stand te kunnen stellen van eene verdeeling voorzien zijn. 7. De stand van het water in den stoomketel zal voortdurend hooger worden. Zoodra het 15 c. M. hoog in het peilglas staat, moet men afblazen om het tot het niveau van 7 a 8 c. M, terug te brengen. 8. De snelheid van de pompen moet zoo geregeld wordendat buis (5) op het gevoel flink heet is en groot genoeg zijn om te zorgen, dat het benedendeel van den condensator op het gevoel geheel koud blijft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 188