XIII
kunnen volvoeren, hij toch niet rustte vóór hij wist, dat
door de benoeming van een plaatsvervanger voor dat belang
behoorlijk was gezorgdmaar medewerken bleef hij tot op zijn
ziekbed, ja, laat ik liever zeggen tot op zijn sterfbed, en
was er ietsdat hem in zijne gewichtige stelling teleurstelde
dan was het, dat hij niet bij alle vakgenooten zijnen ijver
ontmoette, en dat menig bestuur zijn raad in den wind kon slaan
omdat de Inspecteurs veelal slechts eene raadgevende stem hebben.
Zijne betrekking als Inspecteur was eene provincialegeen won
der dat men zijn gemis in elke gemeente van Zeeland gevoelde.
Het is onnoodig, dat ik u, die onzen Voorzitter, hier en
overal elders zoo goed hebt gekendop de vele diensten wijs
die hij bewees als Lid der voormalige plaatselijke geneeskundige
commissieals Lid van den raad van cholera-commissiën van
het ïtoode Kruis en bij zoo velerlei andere betrekkingen
in kerk en maatschappijof dat ik u opsom de geleerde
kringendie hem in hun midden opnamen. Het sajnenli sat
moge hier mijne verontschuldiging zijn x).
l) Fokker ward:
28 Nov. 1882 bedankt door de Leidsehe faculteit voor zijne diensten bij de
cholera
29 Oct. 1833 gepromoveerd tot med. doctor bij de faculteit te Leiden
16 Junij 1836, doctor bij de Schotsche kerk te Rotterdam;
3 Dec. 3 841, lid van het Zeeuwsch genootschap;
2 Junij 1845, lid (en secretaris) der plaatselijke geneeskundige commissie te
M iddelburg
8 Jan. 1846, mede-directeur van het doofstommen-instituut te Groningen;
3 Jan. 1851, lector in de Therapie;
24 Sept. 1851 lid van den gemeenteraad;
7 Jan. 1853, correspondent van de hoofdcommissie voor de Geologische kaart
van Nederland
4 Mei 1853 lid van het genootschap tot bevordering van genees- en heel
kunde te Amsterdam;
29 Aug. 1853 lid der commissie over de klinische school;
6 Dec. 1860, correspondent der société académique de Cherbourg;
21 Oct. 1865, Inspecteur;
8 Dec. 1866 lid der vereeniging voor statistiek
15 Junij 1876, lid der maatschappij van Nederlandsche "letterkunde te Leiden.