58 vóór zijne verheffing tot stad bezat het waarschijnlijk nog niet eens eene parochiekerk. Doch het hadeven als elke andere plaats, zijne eigene heeren; deze hadden er zich bo vendien gevestigd en waren er steeds op uit alle mogelijke voordeelen voor hunne onderhoorigen te verwerven. Het geslachtdat zich naar Cortgene noemdewas reeds in 1289 in aanzien 1). Antonie die destijds bekend was, wasvermoedelijk een zoon van Hendrik van Borssele van der Yeere en broeder van den heer Woleekt, die in 1296 borg voor hem bleef. Pieter, de zoon van Anthonie was gehuwd met eene nicht van graaf Willem, en diens zonen, Woleert en Pilies waren ridders van naam. Zijn kleinzoon Nicolaas was een der rijkste lieden van zijn tijd; hij werd eigenaar van een belangrijk gedeelte van het ambacht van Cats en van de oude familie bezittingen in Borsseledie door den dood van Floris aan de grafelijkheid vervallen waren Nicolaas1 zoonFilips de laatste telg uit dezen stam deed na vergeefsche pogingen te hebben aangewend om het na burige Emelisse te koopen en tot den rang van stad te ver heffen, Cortgene merkelijk vergrooten; hij bemuurde en ver sterkte het naar de wijze van dien tijd en bouwde er eene nieuwe parochiekerk. De steen werd gemaakt van leem uit een in de nabijheid gelegen schor; doch Filips was niet gelukkig met zijne ondernemingwant naauwelijks voltooid brandde het siadjé af, tengevolge eens bakovens daarbinnen3). Er greep evenwel herbouwing plaatsen de eigenaar stichtte er ook een kasteel. Het ambacht van Cortgene ging met den dood van Filips over op Frank van Borssele laatsten man van vrouw Jacoba. Na diens overlijden werd het in 1478 aangekocht door zijn bastaardzoon uit Maröaretha van Hasselt; het werd toen Oorkondenboek van Holland en Zeelanddeel II, folio 289 en 450. 2) F. van Mieris, Groot charterboekdeel III, folio 718. 3) Boxhorn, Kronijk van Zeelandpag. 41.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 82