61 vader-abt door te bevelen dat het land als eigendom van de stichting moest behouden worden J). In weerwil van de gunstbewijzen geraakte het klooster toch in verval, iets wat ons geenszins bevreemdt, wanneer men in aanmerking neemt, hoezeer het eiland in de 13e en 14s eeuw met de wateren te worstelen had. Het moest zelfs om de woede der zee verplaatst worden naar Walcheren, waar het onder den naam van Waterloos-wervein tegenoverstelling van zijne vroegere vaak door de zee bespeelde erf, verrees. Het klooster stond reeds in Walcheren, toen de eigendommen daarvan, in Noord-Beveland gelegen, door een der broeders waren verkocht. Te Emelisse bestond ook een grafelijke lombard of bank van leeningeene instelling waarvan de Lombarden de uit vinders en eerste gebruikers zijn geweest. Overigens vindt men weinig nopens deze plaatsdie aanvankelijk ook hare eigene heeren hadaangeteekend. Alleen blijkt nog, dat aan Kostijn van Oats, als ambachtsheer, in 1358 vergunning is verleend om zeker acqijns of marktgeld te hellen tot bestrating van 't dorp; terwijl als eene bijzonderheid kan worden ver meld, dat graaf Willem op 4 December 1325 zich te Emelisse ophield en van daar uit een schrijven rigtte aan hen, die het //Nieuwland" bij //Voortrappe" of 's Gravenpolder, hadden bedijkt -). Tot het ambacht van Emelisse behoorde dat van \s Heer Wittekinderenhetwelk door Gortgeneden Zuidvliet en Cats bepaald was. Met dit gebied vereenigd, was het 1207 ge meten 249 roeden groot 3). Als heeren van deze plaats komen voor Pontiaan en Alexander van Emelisse. Zij waren onderteekenaars van het charter waarbij door het kapittel van Sint-Pieter te Utrecht, F. van Mii ufs Groot charterboek deel II, folio 369. 2) Ibid 3) Boxhorn op Reigersberg pag. 52.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1880 | | pagina 85