273
B. S. met Elorus van B. nogmaals over Jan v. D. die ge
vangen was" en den 19 Juni waren B. B. S. weder ter zelfde
zake vergaderd. Den 26 Juni waren B. S. bijeen, om te
spreken over den borgtocht van J. v. D. en den 30 dier maand
om gezegden borgtocht te ontvangen.
Den 18 September 1445 waren de rentmeester en de baljuw
op het stadhuis, om hun bevel van O. G. H. te vertoonen
om Jan v. D. te vangen. Den 21 en 22 van gezegde maand
waren B. S. bijeen om te spreken over zijn borgtocht en den
7 October andermaaldaar hij uit den steen gebroken was
en om te beraadslagen, hoe men hem best weder krijgen zou.
Zij spraken daarover denzelfden dag ook met den rentmeester
en den baljuw. Den 9 October waren zij vergaderd, om te
sprekenwie met den rentmeester en den baljuw waken zou
om Jan v. D. te wachtendat hij niet heimelijk van het
kerkhof zou komen."
Den 14 October 1445 gingen B. S. naar den Dam, om
aldaar de komst van O. G. H. te verbeiden en waren op
verscheiden volgende dagen bij hem ter vierschaar. Zie
Zei. 111., I 212.
Heer Coenelis Pieteesz. (1446)
Woutee. Den 5 September 1449 gingen er met den
baljuw naar Zoutelande naar Simon Duitsz die //Wouter
van Dombhs wyf zijn docht,ontvoerd en bij zich genomen
had; om hem te //onderwijzen, dat hij haar weder t'huis
zou laten komen.
Emelisse (van) Meester Harnoud (1373-74).
Eveeinge (van). Woleaard (1373-74, 1376-77).
Willem 1438.
Ghistelles (van). Karel, bastaard (1411-12).
Haamstede (van). Elorus (1392-93)
In 1411 leende de stad 100 Engelsche nobels aan den heer
van H. //om daarmede zijne eer te bewaren," en schold die
later kwijt (1415-16)
Costijn van H. en van lti:\esse (1411-12).