XX, DE GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND, IN HET ALGEMEEN. 379 vergaderd om den vrede te nemen tussclieu onschuldige vrienden en magen van O. v. Z." ALBRECHT YAN BEIJEREN. Donderdag na Sint Tiburtius-dag (14 April) 1365 kwam er een brief van n mijnheer den hertogdat hem een zoon ge boren was. Deze was waarschijnlijk zijn oudste zoon Willem die hem in de regeering opvolgde. Omtrent zijn tweeden zoon, Albrecht, leest men in de rekening van 1373-74: Item jonghe Aelbrechte ghescenct tot zijne willecomme een vgulden croes en een waterpot," die acht mark wogen en 33 fi de mark kostten. In de re kening van het volgende jaar leest men, dat de jonkvrouw die jongen Albrecht //soechde," twee oude schilden kreeg. Omtrent het overlijden van hertog Albrecht vermeldt de rekening van 1404-5: Item was vdragh bi burgmrs en scepen dat me ov die ziele va onse lieve ghenadig he van Hollnt, die God almachtich ghedencke en te zijner glorie ontfae moete, tot allen kerckë binnë d stede ludë sonde, bi de ghesellë en arbeijders, die daer ludë, te coste te biere x gr." Meermalen vindt men de bewijzen, dat hij in de stad ver toefde en voor haar een dure gast was. Den 13 April 1399 kwam hij hier van Cats waar hem een geschot van 16 gr. per gemet was toegestaanen omdat er geen pvanchevan stadswege tegen zijne komst gemaakt waszond men hem een sac rijnsche wijnsdat helt 34 vierdeldaer die ame of coste 10 oude scildebedragende 4:4: Den 31 Maart 1403 was hij andermaal hier, vergezeld van zijne gemalin en zijne zonenden graaf van Oostervant (later Willem VI) en den bisschop van Luik (Jan). De Wet werd toen vermaakt en ons liefs hen ghesinde en mir vuwen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 113