290
nobels van 7 fi 4 gr. 't stuk en mijns heeren klerken 27
dubbele henegouwsche kronen van 4 7 gr., voor liet
schrijven der kwitanciën en brieven (1399-1400).
Den 23 Juni 1399 kreeg men hier bericht, dat de graaf
van Oosteiivant overwinnaar gebleven was //te Lune" op de
Friezen en dat hertog Albreoht verlangde, dat er 200 ge-
wapenden naar Friesland gezonden zouden worden. Daags na
Sint Magdalenadag (23 Juli) 1399 gingen er van stadswege
naar Oatswaar de graaf van Oosteiivant van mijns hen
zijns vaders weglien begliaerde dubbele lierevaert vut Zeelt te
Oest Vrieslt waerd, dat men niet en gaf." Den 19 Augustus
van gezegd jaar gingen er afgevaardigden naar den Haag
omdat hij begeerde dat er door het gemeene land en de steden
van Zeeland 600 //soudeniers" in Stavoren zouden gelegd worden.
Dat hertog Albeecht door den Frieschen oorlog zeer aan
geldgebrek leedblijkt uit een post in de rekening van
1399-1400, vermeldende, dat den 12 Augustus 1399 afge
vaardigden naar Zierikzee gingenom brieven van lijfrenten
te zegelendie mijnheer van Holland op zijne landen wilde
verkoopen tot 3000 oude schilden 's jaars. Misschien werd
daarom ook wel's woensdags na Sint Jan te Cass eene bede
toegestaan van 3 gr. per gemet over geheel Zeeland.
Omtrent den oorlog tusschen hertog Albeecht en Jan van
Ark el leest men, dat den 10 Mei 1403 de stads messagier
van Dordrecht brieven bracht dat mê hem ludë sculdich
eïï te cort wese soude van dat die stede van Middelb aen
comë soude van der sluus vor Arkele," terwijl er later nog
gesproken wordt van den bollewercke en sluze vor thuse
t' Arkele."
Den 11 Augustus van gezegd jaar gingen er van stads
wege naar den Haag op eene dagvaart van de gemeene ste
den van Hollant en Zeeland om over den vrede te handelen
en op Sint Markusdag evangelist (25 April) 1404 kwam
's Graven klerk om het bestand van Aekel te doen bezegelen.
Den 5 Juni 1403 voeren er van stadswege naar Zierikzee