293 ghebrant was." De Graaf begeerde, dat men hem met geld te hulp zou komen om den heer van Arkel te wederstaan." Middelburg antwoordde daarop naar vermogen te zullen bij dragen. Den 11 April 1407 kwam hier bericht van den Graaf, dat de steden Gorinchem en Leerdam zich aan hem overge geven hadden (Wagenaak,, Vacl. kist. III, 376) en den 26 dier maand ontving men van den Graaf het verzoek om brie ven te bezegelen van vrijheden en rechtendie hij aan ge zegde steden en het land van Arkel geschonken had. Den 16 te voren waren er reeds gekozen om van stadswege naar den Haag te gaan, waar hem de groote last van de stad Gorinchem en het land van Arkel voor oogen gelegd werd, welke de Graaf echter beloofd had te //vrijen," toen hij ge huldigd was. Hij moest daarvoor lijfrenten verkoopen en stelde aan Middelburg en andere steden van Holland en Zee land voor om daarvan de brieven mede te bezegelen. Daar vandaan leende de stad hem waarschijnlijk 1000 nobels en ontving er 600 van terug, op rekening, van den rentmeester Plortjs van den Abeele uit het geschot van banisse" van 10 gr. het gemet, gelijk in de rekening van 1407-8 wordt vermeld, terwijl die van 1408-9 ongeveer 1000 verant woordt wegens verkochte lijfrente om den Graaf aan geld te helpen. Het gemelde geschot werd hem den 2 Augustus 1407 te Cats toegestaan. Den 20 September 1407 kwam er bericht, dat de Gelder- schen en de heer van Akkel Gorinchem genomen hadden. De Graaf verzocht daarom, dat er van wege Middelburg 150 gewapenden bij hem zouden komen te Woudrichem, waarvoor de stad veel geld noodig had en 2000 engelsche nobels leende van sommige poorters tegen 10%. Den 22 September werden voor dezen tocht vier hoofdlieden gekozent. w. Dirk van Maaussen baljuw van Middelburg Gillis Andriesz., Godevaart van Spreeuwesteijn en Jan Willemsz van Schellach, benevens uit de stad 100 gewa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 127