302 Het gerucht was hier gekomendat een aantal gewapenden in Schouwen gevallen waren en daarom werd 12 April 1418 iemand derwaarts gezonden om nadere inlichtingen en den 27 dier maand te Goes eene dagvaart gehouden van de heeren en steden van Zeeland, om te handelen over het beveiligen van de stroomen tusschen Holland en Zeeland. Er werd tot dat einde van stadswege een schip gehuurd voor 10 nobels, waar men 14 dagen mede uit was. Bovendien had men nog een kleiner schip in dienst, waar de proviand en bedienden in waren en het eten gereed gemaakt werd. Michiel van Nieuwekve en Klaas Oltsz., twee leden van het stadsbestuur, waren tot hoofdlieden gekozen en hadden 24 gr. per dag. De 40 gewapendendie zij onder zich' hadden kregen de helft dier som en de 15 //schipmannen" ontvingen elk eene beloo ning van 7 fv Omtrent pinksteren en ook den 14 October voer men uit. De stad ontving eene tegemoetkoming in de kosten van 26 14 - van den rentmeester Philips van Boessele. Den 13 Augustus 1418 gingen er van stadswege naar eene dagvaart van de raden en steden te Bergen op Zoom, waar men te kennen gaf van den onghestandedie binnen den lande was en waaromtrent raad gevraagd werd. Den 24 dier maand werden er naar Zierikzee gezonden want hertog Jan's lieden van Beijeren waren met een deel gewapenden aldaar op 't land en voor de stad geweest." Tegelijk werd ook iemand met opene brieven aan alle heerschappen van Zuid-beveland gezondenaangaande hetgeen men doen zouals de aanhan gers van hertog J an van Beijeeen eenighen upslach meer deden." Den 26 en 29 Augustus gingen er ook naar Zie rikzee om er over te raadplegen en over de gewapenden die men daar op stadskosten wilde hebben. Hier was men ook op middelen tot verdediging bedacht. Den 31 Augustus was de rentmeester Jacob van Boessele bij baljuw en schepenen, om hoofdlieden van Walcheren aan te stellen waert van noode gheviele." Tegelijker tijd werd er gehandeld over de bezetting van Yeere. Ook Middelburg

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 136