303 werd in staat van verdediging gebracht. Overal werd aan de muren, de poorthuizen en het hek voor de haven gewerkt. De boog onder de koepoort werd met hout gestopt. Er werden eene menigte horden en 300 schoven glui gekocht om op de muren te leggen. Uit Sluis haalde men 335 'S' buskruid en 6 vogelaarselk met 3 kamers. Terscheiden timmerlieden werkten aan der stede aginenom de walpoorten en de stel lingen voor de bussen te voorzien en gaten te breken, om ze in te kunnen leggen. Den 16 October 1418 kwam de graaf van Cliarolois hier om naar de Gravin van Holland te trekkenten einde met haar vrede te dadingen (Wagenaae,, a. w., III, 431), bij welke gelegenheid hij een stuk rijnwijn kreeg. Den 19 De cember kwamen er brieven van hem n van den vrededien hij gemaakt zou hebben." Tengevolge van het sluiten van dezen, vrede, gingen er den 13 Januari 1419 van stadswege naar Goes met eenige poorters van de rijckheijt van de stede" op verzoek van hertog Jan van Bkabant, om bij zijn raad en de gemeene heeren en steden van Zeeland te wezen, ten einde te spreken over het geld, dat dientengevolge opge bracht moest worden. De vermogende poorters van Middel burg vergaderden daarover nog wel zes maal, terwijl B. S. ook de haagpoorters er voor opgeroepen hadden. Den 19 Januari gingen er van stadswege naar Woudrichemom op een dagvaart antwoord te gevenomtrent het geld dat më tot zoendinc vlegghen moestetwelcke më wed upbueren zoude vander poerten lande vande eerste ghescote." Middelburg moest daartoe 1500 nobels leenen, tot welk einde van de poorters 378 werd opgenomen, terwijl bovendien nog 226 16 - werd ontvangen wegens verkochte lijfrenten. Buiten dit alles verkreeg men nog eene som van 440 uit verkochte lijfrenten voor de onkostentengevolge van den oorlog door de stad gemaakt. Het geld voor den zoen werd later, althans zeker voor een gedeelte terug ontvangen, blij kens de rekening van 1422.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 137