179 wel vau die op den wijn meteen engels (j groot) per stoop, welke verhooging 50 opbracht. De groote bieraccijns werd verhoogd met G grooten het vatwelke verhooging 250 opleverde (gelijk staande met 10000 vaten). De wijnaccijns te Arnemuiden onderging eene verhooging van 12 mijten de stoop en die op liet bier van G gr. liet vat, welke verhoo gingen 54 opleverden. Deze verhoogingen dienden tot het vinden van 12 gr. het gemet van der inwonende poorters landendie aan den graaf te lleimerswale geconsenteerd waren. In de rekening van gezegd jaar, vindt mendat des wegens betaald werd 320die verschenen waren St. Jan decollatie 1445. In dezelfde rekening wordt nog eene som van 112 6 9 in uitgaaf gebracht als betaald in den wissel te Brugge wegens 4 gr. het gemet van der poorteren landen die men nog schuldig was van de 12 gr. aan den graaf toegestaan bij de nieuwe keur van Zeelandzooals het daar heet. De accijnsen werden jaarlijks verplacht en de opbrengst van den wijn- en bieraccijns per maand het jaar op 13 maan den gerekend - ingevorderd. Wanneer ze echter bij de ver pachting niet genoeg golden werden ze voor rekening der stad ingevorderd gegaderd De rekening van 1428 vermeldt, dat de accijnsen waren verkocht om accijnsgeld, //daar die accijnsenaars betaald heb ben voor elke 18 gr. accijnsgeld 20 gr. licht geld. De //overbate" bedroeg daardoor voor de stad 153 15 8. Toen de accijnsen in het volgende jaar om Vlaamsch geld verkocht werden, was bepaald, dat van stadswege zou betaald worden aan hen, die de accijnsen gekocht hadden //van also vele oesteliersals zij vonde ind stededie betaelt haddë van hoire vate twintig gr. lichts glieltsalso vele d an ghebrect van achtien gr. vis. glielts." Er werden 103 //oesteliers" gevonden. (//Oesteliers" hotelier waard?) De bieraccijns bracht volgens de rekening van 1366-67 on geveer 445 op en volgens die van 1449 864.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 13