307 1433 kreeg men de tijding, dat zij gelegen was //van een jong kind." Dit laatste moet dus geweest zijn de later als Kakel de Stoute bekende, die 10 November 1433 geboren werd. In 1431 was de hertogin van Bourgondie hier en kreeg toen van de stad twee zilveren stoopkannen, die 15 vlaamsche marken wogen, 18:15:- kostten en door Baiitholomeus den zilversmid bij Bodewijk die Blaserus te Brugge ge kocht waren. In 1439 had de stad door Bictoor van Melebeke te Brugge een gouden kop doen makenwegende 3 mark2 ons en 15 engels, om die te schenken aan O. G. lieer en onze O. L. G. vrouwe van Bourgondiö die op weg naar hier waren. Voor dien kop werd 3 j- mark fijn goud gekocht dat 13 15 - de mark kostte. Voor liet maken werden 23 rijders en voor andere onkosten 2j rijder betaald. Deze kop werd hun eerst den 5 Maart 1441, toen zij hier waren, ter hand gesteld, benevens een voer rijnwijn, inhoudende 5 dordtsclie amen en 2 schreven. In de rekening van 1441 vindt men een kapittel in de uitgavengetiteld Uitgegeven Pieter de Leestemaker rentmeester-generaaltot (1. G. heeren behoef en andere heeren en personen, hierna volgende," waaruit blijkt, dat toen be taald of gegeven werd aan: hertog Philips 2400 saluten, zijn kanselier 1000 Philips-scliildeneene gelijke som aan //den heer van Croeijaan den heer Pringecourt regent van Holland en Zeeland, 500, Ms. Hendrik Utenhove 100, Eoeland de Cock van Opijnen 200 Philips-scliilden. Met nog eenige kleine betalingen, beloopt dit kapittel 1132 19 j. Geen wonder dus, dat men onder de ontvangsten eene som van ruim 925 aantreft als opbrengst van verkochte lijfrenten gedeeltelijk teenen live den penninc voir achte penninghen en gedeeltelijk tot eenö live voor zeven en een halven en tot tween liven voor tiene ende een halven. Om de lijfrente brieven te bezegelen, werd in gezegd jaar door Jacob den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 141