310
de stad zich genoodzaakt om weder lijfrenten te verkoopen
waarvoor ruim 1042 werd ontvangen. Men zond van stads
wege een bode naar al de parochiën van Walcheren, om bij
de kerken uit te roepenof iemand lijfrenten koopen wilde.
Onder de redenen, die het verkoopen der lijfrenten noodza
kelijk maaktenwordt ook vermelddat de hertog van Bour-
gondië een heervaart te Cats geleid had, waar de stad Mid
delburg gedurende 12 weken 50 man in dienst had.
Op nieuwejaarsdag 1428 kreeg men hier berichtdat hertog
Philips vrede gesloten had met liet Sticht van Utrecht.
(Wagenaar, a. w., III, 491).
In Maart 1428 vergaderden schepenen en poorters en spra
ken ook met de regeering van Zierikzeeover het bourgoen-
sche schild per gemet, dat aan den hertog van Bourgondië
door de heerschappen, te Cats, was toegestaan.
Den 4 Juni 1428 kreeg men hier bericht van het bestand
dat er gesloten was tusschen den hertog van Bourgondië en
gravin Jacoba en den 30 September waren schepenen verga
derd om de brieven daarvan te bezegelen. Tengevolge van
dit bestand, werden hertog Philips en gravin Jacoba den
23 Augustus van gezegd jaar alhier welkom geheeten //te
poorte" en den volgenden dag op het stadhuis gehuldigd.
Om de kleeden te lossenwaarop zij bij die gelegenheid zaten
werd aan hunne kamerlingen 24 betaald.
De gravin deed weinig dagen later een aanval op stadskas
en wenschte 500 bourgoensche schilden 5 fi 1 gr.) te
leenen. Schepenen gaven aan haren wensch gehoor en be
taalden het geld den 29 Augustus reeds uit.
Den 7 Maart 1429 kwam van den Hertog de tijding dat
wij wael onghehecht en vrij soudë moghe varë eïï keerë in
de lande van Vlaenderë van de zevë stede, also vre (verre)
als wij ons selfs rente betaeldë." Middelburg moet destijds
met andere steden in moeilijkheid geraakt zijn, wegens het
mede-bezegelen van brieven voor leeningen ten behoeve van
het gemeene land. Men leest daaromtrent in de rekening