311 van 1429, dat er van stadswege op een dagvaart van de steden van Holland en Zeeland in den Haag gingen n roe- rëde en toecomende van dat die lijfpësionarise (Aant. 7) in Brabant brenghe wilde int intdict die zevë stede in .Hollnt eïï in Zeelnt, want zij glieene betalinghe crighë en condë vand graeflicheit noch vand zeve steden in Hollnt en in Zeelnt die d voire (daarvoor) bezeglielt hadden. En ome dat te wedstane mit plaijtene en mit andè rechtenso leende onse stede d graeflicheyt d hyer een quitancye off' is, vyftien overlandsche guld ghëlyck die ande stede deden. En facit in vlsclie ghelde elcke guld voor 3 6 gr. gerekent £2:12: 6." Den 8 October 1429 waren heer Olouds, Jacob Yosmees ter Bieteii Goetsot en andere geleerde klerken" ontboden om hen te raadplegen oft oirbaer waere dat dese stede mede bezeghelde te helpe appelerë jeghë deghene, die rite (renten) hebbë uptie zeve stede." In het volgende jaar werden accoor- den gesloten omtrent de afbetaling van achterstallige lijfrenten met de inwoners van verschillende plaatsen. Inventaris n°. 160, 161, 162). Deze achterstand liep over 121 jaar (rekening 1431). Het stadsbestuur schijnt toen, met het oog op de belangrijke schuldenbegrepen te hebbendat liet zaak was om op de kleintjes te letten en verkocht in 1430 voor 20 al de spaandersdie gekomen waren bij den bouw van een nieuw stadhuis en van andere werken. Den 27 Julij 1429 gingen er van stadswege naar een dag vaart met de stad Hamburg en de steden van Holland en Zeeland denkelijk om zaken te regelen van het hanze-verbond (Wagenaae a. w., III, 500). Den 26 April 1433 werd Hertog Philips van Bouit- gondië alhier gehuldigd als graaf van Holland en Zeeland sodat die veijiisten vand stede-huse behanghe waen met eenre pelle." Evenals bij de vorige huldiging, werden die //pelle" en de kleeden en kussensdie op de banken in het stadhuis gelegen hadden, door 's Graven dienaars medegenomen en moest er voor de lossing betaald worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 145