318 Den 20 December van hetzelfde jaar waren 13. B. S. ver gaderd om aan de Oosterlingendie toen in de stad waren mede te deelendat het bestand tussclien de landen van Holland en Zeeland ter eene en de Oostersche steden, ter andere zijde, verlengd was. In 1437 moest de stad financie doen" want ze had geld noodig' overmits zekere brievendie zij gaarne bezegeld ge kregen had van O. G. H., roerende van dat die kooplieden van Engeland een termijn van drie jaren vrij varen en trek ken mochten binnen Middelburg en het land van Walcheren." Het benoodigde bedroeg 1200 rijders. In 1438 betaalde Middelburg eene som van 4:16:- voor kosten van den dagvaart te Galais bij O. G. vrouwe toen er gehandeld werd over den onghestande" tussclien Vlaanderen, Holland en Zeeland ter eene en de kroon van Engeland ter andere zijde. Den 19 Januari van het volgende jaar werd er een cedul gebracht van den overdraghedien de gedeputeerden van Holland en Zeeland met die van Enge land, te Galais, gemaakt hadden. (Wagenaak a. w., III, 528). De winter van 1436-7 of 1437-8 moet buitengewoon streng geweest zijn, want in de rekening van 1437 vindt men, dat er vier voer darincx" in huizen van arme lieden gebracht werd //in den kouden winter," iets dat ik anders nooit aantrof. In de rekening van 1438 leest men, dat er besloten was door de heeren en steden van Holland en Zeelandom een deel schepen uit te reeden ten einde de Oosterlingendie vijanden waren, daarmede te krenken." De stad Middelburg- moest 20 betalen tot aankoop van victaille etc. ten behoeve van Lem Jan Willehsz., die met zijn schip daar bij moest wezen en dewijl de stad niet wel bij kas wasleenden de baljuw en ieder der burgemeesters 2ieder der 9 sche penen en ieder stadsklerk 1. Menigmaal leest men van schade, die in dezen tijd aan de koopliedenter zeetoegebracht werd. Zoo werd den 21 Januari 1438 iemand naar den kapitein van Sluis ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 147