333
er in Zieriksee nog voor eene som van 18980 9 10 aan
tinnen munt aanwezig welke somofschoon na veel moeite
door Zeeland aan deze stad is gerestitueerd, wanneer men
die noodpenningen niet in aanmerking neemtkan eene Ge
schiedenis van het Muntwezen in Zeeland niet beginnen voor
het jaar 1580 2).
Den 18 December 1579 besloten de Staten van Zeeland tot
het oprichten eener Munt te Middelburg. Men knoopte on
derhandelingen aan met Jeronimus Bruynzeels vroeger
muntmeester te Dordrechtom hem te bewegenzijne kunde
en ervaring ten dienste van Zeeland te besteden. Toen deze
hiertoe bereid werd gevonden werd den gedeputeerden van
Zeeland bij de te Antwerpen vergaderde Algemeene Staten
Jacob Valcke en Gaspar van Vosbergen gelast, te be
werken, dat de munten van Zeeland, die op gelijk allooi en
gewicht als in de overige gewesten zouden worden geslagen
opgenomen werden in het uit te vaardigen plakkaat op de
tolerantie van de munteten einde te voorkomen dat ze
voor biljoen of haechmunte" werden verklaardtevens werd
hun opgedragen, van Aartshertog Matthias en Prins "Willem
de bekrachtiging te verkrijgen van het den 18 December ge
nomen besluit.
Na overleg met muntmeester Bkuynzeels die op verzoek
van de Gecommitteerde Raden van Zeeland in den loop van
Januari 1580 te Middelburg was verschenenwerd vastge
steld dat het best voor de op te richten Munt zou kunnen
munten met het jaartal 1572; id. p. 171: vijf dito, de meeste met het jaartal
1573 waaronder een van goud, twee van zilver, een van lood en een van
papier; alle van .Middelburg. ld. p. 213: vier tinnen noodmunten van het
jaar 1575 id. p. 215: vier dito, insgelijks van tin van 1576; id. p. 217:
vier dito van zilver met het jaartal 1576 alle van Zieriksee.
L) Notulen van de Staten van Zeeland, d d. 6 Mei 1594.
2) Van eene vroegere te Middelburg bestaan hebbende Munt is slechts weinig
bekend. Men zie over hare oprichting de Domeinrekening van Bewesten- en
Beoosten-Schelde van het jaar 1366.