335
dit in liet. belang der ingezetenen noodig oordeeldenevenals
tot het uitoefenen van iedere andere daad van souvereiniteit.
Bovendien Biutynzeels was een vrij onderdaan van Holland
en kon aldus meenden de Staten van Zeeland contracten
aangaan met wien hij verkoos, zonder dat de Staten van Hol
land het recht hadden, hem hierin te hinderen.
Het was voor Zeeland eene belangrijke quaestiehet moest
of zich schikken naar den zin van Holland en in zekere mate
van dit gewest afhankelijk zijnof zijne onafhankelijkheid
handhaven. Het besloot tot het laatste. Merkwaardig is uit
dezen strijd de heftige brief, door de Staten van Zeeland den
10 Maart 1580 aan Prins Willem I geschreven, welken we
hier in zijn geheel laten volgen
Doorluchtige Hoochgeboren Genadige Yorst ende Heere.
Wij en connen Uwe Y. G. nyet verbergen met ernstige
clachte, dat wij ons vinden grootelicx gegraveertjae genoech
geinjurieert vanden Staten van Hollant bij de apprehensie ende
detentie bij hun gedaen ende noch continuerende op den per
soon van Jeiionimus Bkuynzeels muntmr., nijet jegenstaende
ons scryvens ende ernstige solicitatien aen hunl. tot zijnder
ontslakinge, ter cause dat hij met ons luyden soude hebben
gecontracteert tottet bedienen van het mnntmeestersampt al
hier, welcke ongefundeerde ende incivile procedure jegens den
voorsz. Bruynzeels zonder hem aensprake gedaen te hebben
in soe langen tijt, en is nyet alleenlijck tegens alle unien
civilicheyt, recht, redene ende equiteyt, maer smaect genoech
gewelt ende tyrannie, ende dat nyet alleenlyck in regard van
ipsum ab omiii tempore in voluntate principis constitutum fuerit ac pro libito
sno in quemlibet locum, civitatem vel provinciam transferreprout utilitas
reipubl. videretur exigere aut postulare
Quae omnia hoc seculo ad singularum provinciarum status sunt devoluta
quibusque sedulo incumbit ea necessitas ut quovis modo suis civibusincolis ac
patriae quam commodissume prospiciant.
Quodque hoc in negotio magis licet, cum nee Dordracenses nee Hollandiae
Status ullum habeant vel in contrarium vel in singulare excludens privilegium.