354
zou aan de kooplieden en wisselaars voor een mark fijn zilver
75 stuks worden uitbetaald, welke som den 17 October 1583
werd verhoogd tot 76.
De opening van Buuynzeels' tweede en laatste rekening-
had plaats op den £6 Juni 1585 op dezelfde wijze als de
voorgaande, dus in tegenwoordigheid van het college der Ge
committeerde Raden. Ze loopt over het tijdvak van den 7
Mei 1583 tot den 8 Juni 1585.
Er waren geslagen
Zeeuwsche nobels. Eene hoeveelheid van 3898 m.
16 eng. 21J aas of 3735 m. 16 kar. 4f gr. fijn goud; in 't
geheel 142960f penningen. Hiervan moeten worden afgetrok
ken 2485 stuks aan cisalien144 stuks voor den essai en
281 aan buspenningen. In omloop werden dus gebracht on
geveer 140050 stuks. Recht van seigneurage 10 gulden 11
st. 14] m. per mark fijn. Salaris van den muntmeester 35
st. per m. fijn.
Bourgondische daalders. Allooi 10 pen. 16 gr.;
in de snede 8T732T stuks. Hoeveelheid 8185 m. 2 ons 12 eng.,
waarbij aan cis. 293 m. 5 ons voor den essai 4 m. en aan
buspenningen 322 stuks, dus zuiver 7887 m. 5 ons 12 eng.,
gelijk 7011 m. 3 pen. 11^ gr. fijn zilver. Recht van seig
neurage 2 st. per m. fijn.
Volgens de instructie, die de muntmeester den 16 Novem
ber 1584 voor den kruis- of Bourgondischen daalder ontving
mocht hij ook halven en kwarten slaan van gelijk allooi als
en 't gewicht naar advenant van den heelen penning, 't Ge
wicht van dezen moest zijn 18 eng. 28 aas het stuk en de
remedie 1] gr. 1 eng. bedragen De koers van uitgifte was
bepaald op 42 stuiversdoch werd blijkens 's muntmeesters
rekening verhoogd tot 44 st. het stuk.
Zesstuiverspenningen. Allooi 6 pen.in de snede
37t\3¥, of uit een mark fijn 75 sch. 4 gr. 4 myten VI.;
remedie 1^ gr. 11- eng. Hiervan werden gemunt 5779 m. 3
ons 10] eng. of zuiver 5614 m 5] eng., gelijk 2807 m.