361 vergezeld gaan van een klein onbekend bijteeken a)den amb tenaren der Munt zouden acten van décharge worden gegeven opdat zij niet zouden kunnen worden vervolgd als hebbende inbreuk gemaakt op het plakkaat van 1586. Ofschoon deze handelwijze der Raden afkeuring verdientis ze evenwel licht te verklaren en eenigszins te verschoonen uit den druk der tijden, waardoor men moeilijk de gelegenheidom eenig voor deel te behalen, kon laten voorbijgaan, en uit de ijverzucht tegen Hollandwaar men nog steeds draalde met het afkon digen van het plakkaat der Algemeene Staten van den 9 December 1589. In die eigendunkelijke handelwijze stond Zeeland niet alleen. Overijsel was de eerste provincie die inbreuk maakte op de plakkaten van 1586 en 1589. Ook de nieuwe Munt te Hoorn ging nadat tegen hare oprichting bedenkingen waren geop perd, haar eigen weg. Hierbij kwam, dat drie te Oor cum opgerichte //particuliere" Munten allerlei geld van slecht allooi in omloop brachten, 't Is dus niet te verwonderendat andere provinciën door vermindering van sleischatdoor invoering van nieuwe muntsoorten enz., de concurrentie trachtten vol te hou den wilden ze haar goud en zilver niet naar vreemde Munten zien wegvloeien en hare eigen Munt tot stilstand zien gedoemd. Natuurlijk verhieven de generaalmeesters herhaaldelijk hunne stem tegen dergelijke ongerechtigheden. In hunne remon strantie van den 15 Februari 1591 ingediend bij de Staten- Generaaldringen ze er op aana. dat men op alle geau- thoriseerde munten doe cesseren alle zoodanige nyeuwicheden contrarie oft buyten de voorsz. ordonnantie van den jare 1586 angerecht," b. //dat men tot observatie der zeiver ordonnantie Deze munt werd waarschijnlijk vervaardigd naar den Gelderschen dubbelen dukaat met de twee hoofden aan de eene zijde met de inscriptie mone. ord. gel. hispan en aan de andere zijde met het randschrift ferdinandvs elisabet. r. Den 7 November 1589 was den waardijn gelast van dezeu dukaat essai te maken. Cfr W. I. de Voogt Geschiedenis van het Muntwezen der provincie Gelderlandbladz. 27.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1881 | | pagina 195